ECLI:NL:GHSGR:2005:AT7530
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- J.M.E. In ’t Velt-Meijer
- A.A. Schuering
- M.H. van Coeverden
- Rechtspraak.nl
Huurachterstand en ontbinding huurovereenkomst
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 15 april 2005 uitspraak gedaan in hoger beroep over een vordering tot ontbinding van een huurovereenkomst wegens huurachterstand. De appellant, [huurder], had een woning gehuurd van de geïntimeerde, STICHTING WONENCENTRAAL, en was in betalingsproblemen geraakt na een ontslag uit zijn dienstbetrekking. De huurachterstand was ontstaan door een combinatie van financiële problemen en een uitkering die niet op tijd werd ontvangen. De Stichting had in eerste aanleg ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming gevorderd, maar het hof oordeelde dat de huurachterstand niet betwist was en dat er voldoende aanleiding was om [huurder] een termijn van genade te geven.
Het hof overwoog dat [huurder] zijn huurbetalingen had hervat en dat hij tijdig had gemeld dat hij in financiële problemen verkeerde. De huur voor de maanden maart, april, juni en juli 2003 was inmiddels voldaan, wat betekende dat de grond voor ontbinding van de huurovereenkomst was komen te vervallen. Het hof vernietigde het vonnis van de rechtbank en wees de vorderingen van de Stichting af, waarbij het de proceskosten in beide instanties compenseerde. De uitspraak benadrukt het belang van het bieden van een termijn van genade aan huurders die in financiële problemen verkeren, mits zij hun betalingsverplichtingen serieus nemen en tijdig communiceren met hun verhuurder.