ECLI:NL:GHSGR:2005:AV4764
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- J.M.E. In ’t Velt-Meijer
- A.A. Schuering
- C.G. Beyer-Lazonder
- Rechtspraak.nl
Vallen waterplanten onder de werkingssfeer van de CAO Tuinbouw?
In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Gravenhage diende, ging het om de vraag of de activiteiten van Van der Velde Waterplanten B.V. onder de werkingssfeer van de CAO Tuinbouw vallen. De zaak is gestart met een tussenarrest op 16 juli 2004, waarin het hof de partijen verzocht om aanvullende informatie te verstrekken. Van der Velde diende jaarstukken over de jaren 2000 en 2001 over te leggen, om inzicht te geven in haar kwekersactiviteiten in verhouding tot haar handelsactiviteiten. De overgelegde stukken gaven echter niet de benodigde informatie om de vraag te beantwoorden of Van der Velde onder de CAO valt.
Het hof oordeelde dat de bewijslast bij de Werkneemster ligt, die moet aantonen dat Van der Velde voornamelijk kwekerijactiviteiten uitvoert. Van der Velde stelde dat haar activiteiten vooral bestonden uit de verkoop van waterplanten en dat er geen sprake was van kweken in de zin van de CAO. Het hof besloot dat er een comparitie moest plaatsvinden om nadere informatie van partijen te verkrijgen en om te trachten een minnelijke regeling te bereiken. De comparitie werd gepland voor 30 augustus 2005, waarbij beide partijen aanwezig moesten zijn, vergezeld van hun raadslieden.
De uitspraak van het hof benadrukt het belang van informatieverstrekking door Van der Velde en de rol van de Werkneemster in het bewijzen van haar stellingen. Het hof gaf aan dat het niet nodig was om een deskundige aan te stellen voor het onderzoek naar de overgelegde stukken, maar dat de jaarstukken als hulpmiddel moesten dienen voor meer duidelijkheid over de activiteiten van Van der Velde. De zaak blijft dus in behandeling, met de mogelijkheid van verdere beslissingen na de comparitie.