ECLI:NL:GHSGR:2006:AV0373

Gerechtshof 's-Gravenhage

Datum uitspraak
25 januari 2006
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
1015017502
Instantie
Gerechtshof 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Raadkamer
Rechters
  • M. de Bruijn-Lückers
  • A. Stille
  • J. Schaar
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beslissing wrakingskamer inzake verzoek om wraking in strafzaak

Op 25 januari 2006 heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage een beslissing genomen in een verzoek om wraking, ingediend in het kader van een strafzaak met parketnummer 1015017502. Het verzoek om wraking is gedaan op grond van artikel 512 van het Wetboek van Strafvordering, met als doel de onpartijdigheid van de rechtspraak te waarborgen. De wrakingskamer heeft vastgesteld dat het verzoek niet ontvankelijk is. Dit betekent dat de wrakingskamer van oordeel is dat er geen gegronde redenen zijn om de betrokken rechter of rechters af te houden van het nemen van een beslissing in de zaak.

De wrakingskamer heeft in haar beoordeling aangegeven dat het in het midden kan blijven of voldaan is aan de wettelijke vereisten voor het indienen van het verzoek om wraking. Ook is het niet relevant of de tiende strafkamer bevoegd was om te oordelen over de tijdigheid van het mondelinge wrakingsverzoek. De wrakingskamer heeft geconcludeerd dat, ongeacht de mogelijke gronden voor wraking, een beslissing op het verzoek thans geen effect meer kan hebben. Dit komt doordat de eindbeslissing in de onderhavige zaak reeds op 1 december 2005 door de te wraken rechter is genomen.

De beschikking is gegeven in aanwezigheid van de griffier, mr. Berkepeis, en de betrokken rechters hebben de beslissing unaniem genomen. De uitspraak benadrukt het belang van de waarborging van de onpartijdigheid in de rechtspraak, maar concludeert dat in dit specifieke geval het verzoek om wraking niet ontvankelijk is verklaard.

Uitspraak

parketnummer 1015017502
GERECHTSHOF TE 'S-GRAVENHAGE
De wrakingskamer
heeft de navolgende beschikking gegeven op het verzoek om wraking, als bedoeld in artikel 512 van het Wetboek van Strafvordering in de zaak tegen:
André Jagdissing G[.]
thans gedetineerd in Penitentiaire Inrichting De Dordtse Poorten.
[(...)]
Beoordeling van het verzoek
Vooropgesteld dient te worden dat wraking tot doel heeft de onpartijdigheid van de rechtspraak te waarborgen door - indien daartoe gronden aanwezig zijn - , de rechter of rechters tegen wie het verzoek zich richt, af te houden van het nemen van een beslissing die aan diens - of mede aan diens - oordeel is onderworpen.
Ten aanzien van het onderhavige verzoek kan in het midden blijven of voldaan is aan de wettelijke vereisten voor het indienen van het verzoek om wraking. Ook kan in het midden blijven of de tiende strafkamer bevoegd was te oordelen dat het mondelinge wrakingsverzoek niet tijdig is ingediend en te beslissen dat de raadkamer met het schriftelijk ingediende wrakingsverzoek niets meer kan, een en ander zoals weergegeven in de brief van diens voorzitter voornoemd van 12 december 2005.
Immers, de wrakingskamer stelt op grond van haar onderzoek en alle in het geding gebrachte stukken vast dat een beslissing op het verzoek om wraking - zo daar al gronden voor aanwezig zijn - thans niet meer tot enig gevolg - te weten het al dan niet deelnemen door de te wraken rechter aan de beslissing in de zaak zelf - kan leiden, nu de eindbeslissing van de raadkamer in de onderhavige zaak mede door [de te wraken rechter] reeds op 1 december 2005 is genomen.
De wrakingskamer is derhalve van oordeel dat het verzoek om wraking niet ontvankelijk is.
BESLISSING
Het hof:
Verklaart het verzoek om wraking van [de betreffende rechter] niet ontvankelijk.
Deze beschikking is gegeven op 25 januari 2006 door Mrs. De Bruijn-Lückers, Stille en Schaar,in tegenwoordigheid van de griffier mr. Berkepeis.