ECLI:NL:GHSGR:2006:AX2173
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- A. Dusamos
- M. van den Wildenberg
- J. Reinking
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen de hoogte van de kosten van deskundigen in een echtscheidingsprocedure
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een beschikking van de rechtbank te 's-Gravenhage, waarin de man en de vrouw zijn veroordeeld tot betaling van de kosten van deskundigen, die in totaal € 39.237,95 bedragen. De man, verzoeker in hoger beroep, heeft bezwaren geuit tegen de hoogte van deze kosten, maar deze bezwaren zijn niet onderbouwd. De vrouw heeft geen verweerschrift ingediend en refereert zich aan het oordeel van het hof. De zaak is mondeling behandeld op 21 maart 2003, waarbij de behandeling is aangehouden om de procureur de gelegenheid te geven contact op te nemen met de Raad van Tucht. De man heeft meerdere keren uitstel gevraagd om een nieuwe procureur of advocaat aan te stellen.
De feiten van de zaak zijn als volgt: de rechtbank te 's-Gravenhage heeft op 6 april 1999 de verdeling van de huwelijksgemeenschap vastgesteld, met als peildatum 31 december 1996. In een latere beschikking is drs. T.C.E. Boringa als deskundige benoemd om onderzoek te doen naar de wijze van berekening van het te verrekenen bedrag. Tijdens een kort geding op 18 januari 2000 zijn partijen overeengekomen dat de vermogensbestanddelen herberekend dienen te worden op basis van de waarden op 1 januari 2000.
In de beoordeling van het hoger beroep verzoekt de man de bestreden beschikking te vernietigen voor zover hij in de helft van de kosten van de deskundigen is veroordeeld. Hij stelt dat de kosten van het onderzoek van de heer Oosterloo ƒ 25.000,- bedragen, maar het hof oordeelt dat de man onvoldoende heeft aangetoond dat de deskundigenkosten te hoog zijn. Het hof bekrachtigt daarom de bestreden beschikking, waarbij de kosten van de deskundigen worden gehandhaafd.