ECLI:NL:GHSGR:2006:AY8787
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- J.M.E. In ’t Velt-Meijer
- C.G. Beyer-Lazonder
- J.W. van Rijkom
- Rechtspraak.nl
Ontbinding huurovereenkomst wegens hennepkwekerij in huurwoning
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 18 augustus 2006 uitspraak gedaan in hoger beroep over de ontbinding van een huurovereenkomst. De appellant, aangeduid als [huurder], had een woning gehuurd van de geïntimeerde, Stichting Vestia Groep. Vestia had de huurovereenkomst ontbonden op basis van de ontdekking van een hennepkwekerij in de huurwoning, wat volgens Vestia een tekortkoming in de nakoming van de huurovereenkomst opleverde. De rechtbank Rotterdam had eerder in het vonnis van 10 november 2004 de vorderingen van Vestia toegewezen.
De appellant voerde in hoger beroep aan dat de kwekerij slechts een klein deel van de woning besloeg en dat er geen overlast of brandgevaar was. Het hof oordeelde echter dat de aanwezigheid van een professionele hennepkwekerij, die een hoog stroomverbruik en vochtigheid met zich meebracht, in strijd was met de woonbestemming van de woning. Het hof benadrukte dat het gebruik van de woning voor hennepteelt niet normaal of gebruikelijk was en dat dit een wanprestatie opleverde die in beginsel de ontbinding van de huurovereenkomst rechtvaardigde.
Het hof weegt ook de persoonlijke omstandigheden van de appellant mee, zoals zijn gezondheid en het risico op verlies van zijn uitkering. Echter, het hof concludeert dat de tekortkoming van de appellant zodanig ernstig was dat deze de ontbinding van de huurovereenkomst rechtvaardigde. De grieven van de appellant werden verworpen en het hof bekrachtigde het vonnis van de rechtbank, waarbij de appellant werd veroordeeld in de kosten van het hoger beroep.