3. Bij memorie van grieven tevens akte wijziging/vermeerdering van eis, heeft appellant, hierna ook te noemen [appellant], drie grie-ven aangevoerd en gevorderd dat het hof genoemd vonnis zal vernietigen en, opnieuw rechtdoende:
primair:
a. de verdeling zal gelasten van de nalatenschap van wijlen [x], weduwe van [y], overleden op [datum], die bij testament op 10 januari 1991 verleden door mr D. van Eck, notaris ter standplaats Zierikzee, over haar nalatenschap heeft beschikt, met benoeming van mr J.C.V.M. Beijsens, notaris ter standplaats Zierikzee, dan wel diens opvolger of plaatsvervanger ten overstaan van wie de akte van verdeling met inachtname van het door het hof te wijzen arrest zal worden verleden en met benoeming van een onzijdig persoon voor diegene die weigerachtig is aan de door het hof bevolen verdeling mee te werken;
b. deze verdeling zal gelasten in die zin dat de waarde van de nalatenschap per 31 oktober 2000 zal worden vastgesteld tegen de alstoen geldende waarden van de activa van de nalatenschap, waarop in mindering strekken de ten laste van de beide erfgenamen komende successierechten in aanmerking genomen de legaten die ingevolge het testament zijn toegekend en met bepaling dat de aandelen die op het moment van overlijden tot de nalatenschap behoorden, alle aan geïntimeerde worden toegescheiden onder zijn gehoudenheid om de helft van de waarde daarvan in te brengen in de nalatenschap, waarbij het aan appellant daardoor ingevolge deze verdeling toekomende bedrag wordt verhoogd met de wettelijke rente daarover vanaf 31 oktober 2000, althans vanaf 10 april 2002, althans vanaf een datum door het hof in goede justitie te bepalen, tot aan de dag der betaling, welke rente ten laste komt van geïntimeerde;
c. althans geïntimeerde zal veroordelen om mee te werken aan die verdeling die het hof juist en billijk voorkomt;
subsidiair
a. voor recht zal verklaren dat geïntimeerde als executeur-testamentair in strijd met zijn wettelijke plicht(en) heeft gehandeld, zodat hij onrechtmatig heeft gehandeld jegens appellant en dat dit handelen hem toegerekend kan worden en geïntimeerde terzake van zijn onrechtmatig handelen te veroordelen tot vergoeding aan appellant van de schade die deze daardoor heeft geleden terzake van het aanzienlijke koersverlies ten gevolge van de verkoop van aandelen door geïntimeerde op 16 november 2001, ruim dertien maanden na het overlijden van erflaatster, zonder enig overleg met appellant, welke schade een bedrag beloopt van € 37.436,--, zoals gespecificeerd berekend door PricewaterhouseCoopers in een brief van 6 augustus 2003 (productie 6 bij de dagvaarding in eerste aanleg), welk schadebedrag dient te worden vermeerderd met de wettelijke rente daarover met ingang van 31 oktober 2000, althans met ingang van 10 april 2002, althans met ingang van 20 januari 2005, tot aan de dag der betaling;
b. althans nietig zal verklaren, dan wel zal vernietigen de rechtshandeling tot verkoop van en de verdeling door geïntimeerde als executeur-testamentair van de tot de nalatenschap behorende aandelen op 16 november 2001 zonder enig overleg met appellant, die door deze verdeling benadeeld is, en te bepalen dat de aandelen die op het moment van het overlijden tot de nalatenschap behoorden, alle aan geïntimeerde worden toegescheiden onder zijn gehoudenheid om de helft van de waarde daarvan in te brengen in de nalatenschap, waarbij het aan appellant daardoor ingevolge deze verdeling toekomende bedrag wordt verhoogd met de wettelijke rente derhalve vanaf 31 oktober 2000, althans vanaf 10 april 2002, althans vanaf een datum door het hof in goede justitie te bepalen, tot aan de dag der betaling, welke rente ten laste komt van geïntimeerde, althans geïntimeerde terzake van deze nietige, dan wel vernietigde rechtshandeling zal veroordelen tot vergoeding aan appellant van de door hem geleden schade ten belope van € 37.436,--, zoals becijferd door Price Waterhouse Coopers in een brief van 6 augustus 2003 (productie 6 bij de dagvaarding in eerste aanleg), welk schadebedrag dient te worden vermeerderd met de wettelijke rente daarover met ingang van 31 oktober 2000, althans met ingang van 10 april 2002, althans vanaf een datum door het hof in goede justitie te bepalen, tot aan de dag der betaling, althans een beslissing te geven die het hof juist en billijk voorkomt;
met veroordeling van geïntimeerde in de kosten in beide instanties.