ECLI:NL:GHSGR:2006:AZ3529
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- A. van Leuven
- T. Tanja-van den Broek
- J. Zonnenberg
- Rechtspraak.nl
Onderzoek naar gezag en omgangsregeling met betrekking tot minderjarige
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof 's-Gravenhage op 27 september 2006, staat het gezag en de omgang met de minderjarige centraal. De moeder, verzoekster in hoger beroep, heeft op 23 februari 2006 hoger beroep aangetekend tegen een beschikking van de rechtbank te 's-Gravenhage van 30 november 2005, waarin werd bepaald dat het gezag over de minderjarige uitsluitend aan de vader toekomt. De vader, verweerder in hoger beroep, heeft op 28 juni 2006 een verweerschrift ingediend en verzoekt de bestreden beschikking te bekrachtigen.
Tijdens de mondelinge behandeling op 23 augustus 2006 zijn beide partijen verschenen, bijgestaan door hun advocaten. De moeder verzoekt om een onbegeleide omgangsregeling van een dag in de week met de minderjarige, terwijl de vader zich verzet tegen deze regeling en het gezag uitsluitend aan zichzelf wil toekennen. De moeder stelt dat zij voldoende geworteld is in Nederland en geen psychiatrische stoornissen heeft, terwijl de vader bezorgd is over de onvoorspelbaarheid van de moeder en haar verblijfstatus.
Het hof heeft besloten om de raad voor de kinderbescherming te verzoeken een onderzoek in te stellen naar de mogelijkheden voor gezamenlijk gezag en omgang, en houdt de behandeling aan tot 27 januari 2007. De beslissing van het hof is genomen met het oog op het welzijn van de minderjarige, waarbij de ouders in staat moeten worden gesteld om gezamenlijk het gezag uit te oefenen, mits dit in het belang van het kind is.