ECLI:NL:GHSGR:2006:AZ3657
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- M. Gerretsen-Visser
- A. Husson
- J. van Leuven
- Rechtspraak.nl
Ontheffing uit het gezag van de moeder over haar kind
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 8 november 2006 uitspraak gedaan in hoger beroep betreffende de ontheffing van het gezag van de moeder over haar kind. De moeder, die in Rotterdam woont, was in hoger beroep gekomen van een beschikking van de rechtbank Rotterdam van 18 januari 2006, waarin zij was ontheven van het ouderlijk gezag over haar kind. De moeder was van mening dat de rechtbank ten onrechte had overwogen dat zij zich niet verzette tegen de ontheffing van het gezag. Tijdens de zitting heeft de moeder aangegeven dat zij zich kan vinden in een situatie waarin de vader mede belast wordt met het gezag, maar dat zij zich verzet tegen de volledige ontheffing van haar gezag.
Het hof heeft vastgesteld dat de moeder ongeschikt of onmachtig is om haar kind te verzorgen en op te voeden, en dat er gegronde vrees bestaat dat de ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing niet voldoende zijn om de dreiging van de situatie af te wenden. De vader en de pleegouders hebben verklaard dat het goed gaat met het kind bij de pleegouders, wat de zorgen van de moeder verder ondermijnt. Jeugdzorg heeft aangegeven dat het moeilijk is om contact te krijgen met de moeder, die vaak afspraken niet nakomt.
Het hof heeft de bestreden beschikking bekrachtigd, waarbij het de ontheffing van het gezag van de moeder noodzakelijk achtte in het belang van het kind. De beslissing van het hof houdt in dat de moeder niet langer het ouderlijk gezag over haar kind kan uitoefenen, en dat de vader nu belast is met het gezag. De beschikking is uitgesproken ter openbare terechtzitting van 8 november 2006.