ECLI:NL:GHSGR:2006:AZ6536
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- Husson
- Gerretsen-Visser
- Van Leuven
- Rechtspraak.nl
Weigering wijziging geslachtsnaam van minderjarige door ouders
In deze zaak hebben de ouders, de moeder en de vader, hoger beroep ingesteld tegen een beschikking van de rechtbank te Middelburg, waarin zij niet-ontvankelijk zijn verklaard in hun verzoek tot wijziging van de geslachtsnaam van hun minderjarige kind. De ouders hebben op 3 april 2006 hun hoger beroep ingediend, en de mondelinge behandeling vond plaats op 18 oktober 2006. Tijdens deze zitting hebben de ouders hun standpunten toegelicht, bijgestaan door hun advocaat, mr. W.J.W.K. Suijkerbuijk.
De ouders stelden dat de rechtbank ten onrechte had overwogen dat zij de mogelijkheid om de geslachtsnaam te wijzigen niet hadden benut. Zij voerden aan dat de vader de biologische en juridische vader is van het kind en dat er geen bewuste naamskeuze was gemaakt. De ouders betoogden verder dat de wetgeving hen niet voldoende mogelijkheden biedt om de naam van hun kind te wijzigen, wat volgens hen discriminerend is. Het hof heeft echter geoordeeld dat de rechtbank terecht heeft geoordeeld over de ontvankelijkheid van de ouders en dat er geen sprake is van discriminatie. De ouders hadden de gelegenheid om bij de erkenning de naam van het kind te wijzigen en konden ook een verzoek tot geslachtsnaamwijziging indienen bij de Koningin.
Het hof heeft de bestreden beschikking, met aanvulling van gronden, bekrachtigd en het bewijsaanbod van de ouders gepasseerd. De beslissing van het hof houdt in dat de ouders niet in hun verzoek tot wijziging van de geslachtsnaam zijn geslaagd, en dat de eerdere beschikking van de rechtbank in stand blijft. De uitspraak is gedaan door de rechters Husson, Gerretsen-Visser en Van Leuven, en is openbaar uitgesproken op 29 november 2006.