ECLI:NL:GHSGR:2006:AZ6545
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- Husson
- Gerretsen-Visser
- Van der Burght
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van een mentorschap in hoger beroep
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 29 november 2006 uitspraak gedaan in hoger beroep betreffende de benoeming van mentoren voor de betrokkene, die verblijft in een psychiatrisch centrum. De betrokkene, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. H. Bijlsma, heeft hoger beroep ingesteld tegen de beschikking van de kantonrechter in de rechtbank te Rotterdam van 8 februari 2006, waarin een mentorschap werd ingesteld over haar en haar zonen als mentoren werden benoemd. De betrokkene betoogt dat zij in staat is haar niet-vermogensrechtelijke belangen zelf te behartigen en dat het mentorschap, gezien haar verblijf op basis van een rechterlijke machtiging, geen meerwaarde heeft. Tijdens de zitting heeft de advocaat van de betrokkene aangegeven dat zij de noodzakelijke medicatie accepteert, maar wantrouwt jegens de medische wereld. Het hof overweegt dat voor het instellen van een mentorschap vereist is dat iemand tijdelijk of duurzaam niet in staat is om zijn belangen zelf te behartigen. Het hof concludeert dat, hoewel de omstandigheden ten tijde van de beschikking aanwezig waren, de rechterlijke machtiging voldoende waarborgen biedt voor de zorg van de betrokkene. De zonen hebben geen verweer gevoerd en zijn niet verschenen, waardoor het hof oordeelt dat het mentorschap niet langer noodzakelijk is. De bestreden beschikking wordt vernietigd en het verzoek van de zonen tot het instellen van een mentorschap wordt afgewezen.