ECLI:NL:GHSGR:2007:AZ6647
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- M. Oosterhof
- A. Aler
- J. de Groot
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van fabrikant en leverancier van speeltoestel na dodelijk ongeval in peuterspeelzaal
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 22 januari 2007 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank te Middelburg. De verdachte, een fabrikant en leverancier van speeltoestellen, werd beschuldigd van nalatigheid die leidde tot de dood van een tweejarig meisje in een peuterspeelzaal. Het ongeval vond plaats op 30 maart 2004, toen het meisje, dat buiten bewustzijn was aangetroffen, met een koord van een loopklos om haar hals vast kwam te zitten aan een speeltoestel dat in 1995 was geleverd. De doodsoorzaak was verstikking door samendrukkend geweld op de hals.
De tenlastelegging omvatte verschillende verwijten, waaronder het leveren van een speeltoestel met een gevaarlijke opening en het nalaten om de peuterspeelzaal te informeren over de geschiktheid van het toestel voor kinderen onder de drie jaar. Het hof heeft echter vastgesteld dat er geen causaal verband was tussen de constructie van het speeltoestel en het ongeval. De verdachte had naar zijn mening de veiligheid van het toestel serieus genomen en er waren geen aanwijzingen dat het toestel onveilig was voor gebruik door jonge kinderen.
Het hof oordeelde dat de schuldverwijten van de officier van justitie niet konden worden bewezen. De conclusie was dat de verdachte niet verantwoordelijk kon worden gehouden voor het tragische ongeval, en het hof sprak de verdachte vrij van alle tenlastegelegde feiten. Dit arrest benadrukt de noodzaak van duidelijke bewijsvoering in zaken van nalatigheid en de verantwoordelijkheden van fabrikanten en leveranciers van speeltoestellen.