ECLI:NL:GHSGR:2007:AZ8373
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- M. Pannekoek-Dubois
- A. Labohm
- Y. Ydema
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake alimentatie en winst uit onderneming met trendbreuk in resultaat
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 17 januari 2007 uitspraak gedaan in hoger beroep over de alimentatieverplichtingen van de vader ten aanzien van zijn kinderen en de moeder. De moeder, verzoekster in hoger beroep, heeft de bestreden beschikking van de rechtbank te Dordrecht van 5 april 2006 aangevochten, waarin een kinderalimentatie van € 175,- per maand per kind en een partneralimentatie voor de moeder op nihil was vastgesteld, zolang de vader de woonlasten van de echtelijke woning draagt. De moeder verzocht het hof om de alimentatie voor de kinderen te verhogen naar € 430,- per maand per kind en de partneralimentatie naar € 765,- bruto per maand, met een verhoging naar € 1.778,- bruto per maand na verkoop van de echtelijke woning.
De moeder stelde dat de rechtbank ten onrechte de bedrijfsuitbreiding van de vader in 2005 vooropstelde bij de bepaling van de alimentatieverplichting. Zij betoogde dat er een trendbreuk was in de resultaten van het bedrijf van de vader, waarbij de omzet in de eerste vier maanden van 2005 gelijk was aan de omzet in de daaropvolgende acht maanden. De vader had volgens de moeder bewust de cijfers beïnvloed om zijn alimentatieverplichting te verlagen. Het hof oordeelde dat de vader aannemelijk had gemaakt dat de daling van het resultaat in 2005 te wijten was aan externe factoren en dat het niet redelijk was om de resultaten van 2003 en 2004 als uitgangspunt te nemen voor de draagkrachtbepaling.
Het hof bekrachtigde de bestreden beschikking voor zover deze aan het oordeel van het hof was onderworpen en wees het in hoger beroep meer of anders verzochte af. De uitspraak werd gedaan door de rechters M. Pannekoek-Dubois, A. Labohm en Y. Ydema, bijgestaan door griffier mr. Martens.