ECLI:NL:GHSGR:2007:AZ8760
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- A. Stille
- M. van Nievelt
- H. Husson
- Rechtspraak.nl
Tijdigheid van hoger beroep in civiele procedure
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 17 januari 2007 uitspraak gedaan in hoger beroep met rekestnummer 399-H-06. De zaak betreft de tijdigheid van het hoger beroep dat door de man is ingesteld tegen een beschikking van de rechtbank te 's-Gravenhage van 15 november 2005. De man stelde dat hij tijdig in hoger beroep was gekomen, omdat hij pas op 27 december 2005 door een brief van het LBIO op de hoogte was gesteld van de inhoud van de beschikking. Hij meende dat de beroepstermijn pas na deze datum was ingegaan.
De vrouw, verweerster in hoger beroep, betwistte dit en stelde dat de beroepstermijn was aangevangen op 25 november 2005, de datum waarop de beschikking aan de man was betekend. De vrouw voerde aan dat de termijn op 25 februari 2006 eindigde en dat het beroepschrift pas op 27 maart 2006 was ingediend, wat te laat was. Het hof heeft vastgesteld dat de man inderdaad een afschrift van de beschikking had ontvangen en dat hij op de hoogte was van de procedure. Het hof concludeerde dat de man niet binnen de wettelijke termijn van drie maanden na de uitspraak in hoger beroep was gekomen.
Daarom heeft het hof de man niet-ontvankelijk verklaard in zijn hoger beroep. De uitspraak is gedaan door de rechters A. Stille, M. van Nievelt en H. Husson, met mr. Sierksma als griffier. Deze beslissing werd openbaar uitgesproken tijdens de zitting op 17 januari 2007.