ECLI:NL:GHSGR:2007:BA3361
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- A.S.M. Horstink
- N. Schaar
- J.M. Huijgen
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in hoger beroep na veroordeling in eerste aanleg
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 19 april 2007 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank te 's-Gravenhage, dat op 24 oktober 2005 was gewezen. De verdachte, geboren in 1985, was in eerste aanleg veroordeeld tot een taakstraf van 150 uren en een voorwaardelijke gevangenisstraf van één maand, maar ging in hoger beroep tegen deze veroordeling. Tijdens de zitting in hoger beroep op 5 april 2007 heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal gehoord, die concludeerde tot vrijspraak van de verdachte voor zowel het primair als het subsidiair tenlastegelegde. Het hof heeft vastgesteld dat de bewijsvoering in hoger beroep niet overtuigend was en heeft daarom de verdachte vrijgesproken van alle tenlastegelegde feiten.
Daarnaast was er een vordering tot schadevergoeding van een benadeelde partij, die een bedrag van EUR 2.044,20 eiste. Het hof heeft deze vordering in hoger beroep behandeld, maar heeft de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaard in zijn vordering tot schadevergoeding, aangezien de verdachte was vrijgesproken. Het hof heeft ook bepaald dat de benadeelde partij zijn vordering bij de burgerlijke rechter kan indienen. De beslissing van het hof vernietigt het eerdere vonnis en spreekt de verdachte vrij van alle beschuldigingen, waarbij het hof zich niet kon verenigen met de eerdere uitspraak.