ECLI:NL:GHSGR:2007:BA7401

Gerechtshof 's-Gravenhage

Datum uitspraak
18 april 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
1153-R-04
Instantie
Gerechtshof 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • A. Labohm
  • M. Dusamos
  • J. Kamminga
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing beroep op functioneel verschoningsrecht door belastingadviseur in civiele procedure

In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 18 april 2007 uitspraak gedaan in hoger beroep met zaaknummer 1153-R-04. De zaak betreft een beroep op functioneel verschoningsrecht door Prof. dr. Frans Sonneveldt, die als belastingadviseur optrad voor de man in deze civiele procedure. De vrouw, vertegenwoordigd door procureur mr. P.J.M. von Schmidt auf Altenstadt, heeft betwist dat Sonneveldt recht heeft op een verschoningsrecht, zoals vastgelegd in artikel 1:165 lid 2 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv).

Het hof heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat Sonneveldt, hoewel hij een geheimhoudingsplicht heeft op basis van zijn rol als belastingadviseur, niet kan worden erkend in zijn beroep op het verschoningsrecht. Het hof oordeelt dat de kring van personen die een beroep op een functioneel verschoningsrecht kunnen doen, beperkt dient te zijn tot degenen die uit hoofde van hun ambt, beroep of betrekking tot geheimhouding verplicht zijn. Aangezien Sonneveldt niet in opdracht van de notaris heeft gewerkt, komt hem ook geen afgeleid verschoningsrecht toe.

De advocaat van de man heeft betoogd dat Sonneveldt wel degelijk een verschoningsrecht toekomt, maar het hof heeft deze stelling verworpen. Het hof heeft uiteindelijk besloten het beroep van Sonneveldt op zijn geheimhoudingsverplichting af te wijzen en hem gelast zijn brief aan notaris Goedegebuure van 22 juni 2001, inclusief bijlagen, alsnog aan het hof te verstrekken. Deze beslissing is genomen ter openbare terechtzitting en is vastgelegd door de rechters en de griffier.

Uitspraak

GERECHTSHOF ‘s-GRAVENHAGE
Familiesector
Uitspraak : 18 april 2007
Rekestnummer. : 1153-R-04
Beroep op functioneel verschoningsrecht ex artikel 1:165 lid 2 Rv
door Prof dr. Frans Sonneveldt,
wonende te `s-Gravenhage,
hierna te noemen: Sonneveldt
in de zaak
[verzoeker],
wonende te [woonplaats],
verzoeker, tevens incidenteel verweerder, in hoger beroep,
hierna te noemen: de man,
procureur mr. E.J. van der Wilk,
tegen
[verweerster],
wonende te [woonplaats],
verweerster, tevens incidenteel verzoekster, in hoger beroep,
hierna te noemen: de vrouw,
procureur mr. P.J.M. von Schmidt auf Altenstadt.
HET VERDERE PROCESVERLOOP IN HOGER BEROEP
Het hof verwijst voor het verloop van het geding naar zijn tussenbeschikking van 18 januari 2006. In deze beschikking is aan de man een bewijsopdracht gegeven.
Sonneveldt heeft zich in een brief van 20 december 2006 beroepen op zijn geheimhoudingsverplichting.
De raadslieden van partijen, mr. R.H.M. Wagemans en mr. P.J.W.M. Sliepenbeek, zijn bij brief van 4 januari 2007 door het hof verzocht zich over het beroep van Sonneveldt op zijn geheimhoudingsverplichting uit te laten.
Vervolgens zijn bij het hof ingekomen:
• op 8 januari 2007 een faxbericht van mr. Wagemans;
• op 19 januari 2007 een faxbericht van mr. Sliepenbeek.
BEOORDELING
1. In geschil is het beroep van Sonneveldt op zijn geheimhoudingsverplichting.
2. Sonneveldt is op 29 juni 2006 door het hof als getuige gehoord. Bij brief van 16 november 2006 is Sonneveldt verzocht aan het hof te doen toekomen de door hem aan mr. A.C. Goedegebuure verzonden brief van 22 juni 2001 (met kenmerk [x]) en de daarbij behorende bijlagen. Sonneveldt heeft bij brief van 20 december 2006 te kennen gegeven dat hij gezien zijn geheimhoudingsplicht niet aan het verzoek van het hof kan voldoen.
3. De advocaat van de vrouw heeft gesteld dat:
• Sonneveldt als belastingadviseur optrad van de man;
• een belastingadviseur geen verschoningsrecht toekomt ex artikel 1:165 Rv.
4. De advocaat van de man is van mening dat Sonneveldt wel een verschoningsrecht toekomt.
5. Het hof overweegt als volgt. Voor een beroep op een functioneel verschoningsrecht is tenminste vereist dat de betrokkene een geheimhoudingsplicht heeft. Sonneveldt was de belastingadviseur van de man. Dat Sonneveldt uit hoofde van zijn contractuele relatie tot de man tot geheimhouding is gehouden, betekent niet dat deze contractuele verplichting prevaleert boven de waarheidsvinding in dit specifieke geval. Het hof is van oordeel dat in het kader van de waarheidsvinding, de kring van degenen die een beroep op een functioneel verschoningsrecht kunnen doen, in beginsel beperkt dient te zijn tot degenen die uit hoofde van hun ambt, beroep of betrekking, tot geheimhouding verplicht zijn. Sonneveldt is in het onderhavige geval opgetreden als belastingadviseur, aan welk beroep in beginsel geen verschoningsrecht toekomt. Sonneveldt heeft zijn werkzaamheden evenmin verricht in opdracht van de notaris, weshalve aan hem eveneens geen afgeleid verschoningsrecht toekomt.
6. Gezien het hof hiervoor heeft overwogen, wordt het beroep op het verschoningsrecht afgewezen, en verzoekt het hof Sonneveldt zijn brief aan notaris Goedegebuure van 22 juni 2001 (met kenmerk [x]) en de daarbij behorende bijlagen alsnog aan het hof te verstrekken.
BESLISSING
Het hof:
wijst het beroep van Sonneveldt op zijn geheimhoudingsverplichting af;
gelast Sonneveldt zijn brief aan notaris Goedegebuure van 22 juni 2001 (met kenmerk [x]) en de daarbij behorende bijlagen alsnog aan het hof te verstrekken.
Deze beschikking is gegeven door mrs. Labohm, Dusamos en Kamminga, bijgestaan door mr. Buiting als griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 18 april 2007.