ECLI:NL:GHSGR:2007:BB3139
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- M. Dusamos
- A. Husson
- J. Labohm
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake onderhoudsbijdragen voor minderjarige kinderen na echtscheiding
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de vader tegen een beschikking van de rechtbank te 's-Gravenhage, waarin de hoogte van de onderhoudsbijdrage voor de minderjarige kinderen is vastgesteld. De vader, die in hoger beroep is gekomen, betwist de hoogte van de door de rechtbank vastgestelde bijdrage van € 234,-- per kind per maand. Hij stelt dat de rechtbank ten onrechte het totaalbedrag aan kosten per kind heeft vastgesteld, waardoor de bijdrage per kind te hoog is. De moeder daarentegen is van mening dat de rechtbank de bijdrage correct heeft vastgesteld.
Het hof oordeelt dat de grief van de vader slaagt. Het hof komt tot de conclusie dat de kosten van de kinderen, op basis van de Nibud-normen, in totaal € 234,-- per maand bedragen, wat betekent dat de behoefte van de kinderen € 117,-- per kind per maand bedraagt. Het hof stelt vast dat de rechtbank de kosten niet naar rato van het inkomen van beide ouders heeft verdeeld, wat ook een grief van de vader is. Het hof is van oordeel dat de vader en de moeder gelijkwaardig moeten bijdragen aan de kosten van de kinderen, en stelt het aandeel van de vader op vijftig procent van het totaalbedrag.
Daarnaast oordeelt het hof dat de vader onvoldoende financiële gegevens heeft verstrekt, waardoor zijn draagkracht onduidelijk blijft. Het hof constateert dat er een discrepantie is tussen het gestelde beperkte inkomen van de vader en zijn uitgavenpatroon. Het hof komt tot de conclusie dat de vader wel degelijk draagkracht heeft, maar dat hij niet in staat is geweest om zijn financiële situatie adequaat inzichtelijk te maken. Uiteindelijk vernietigt het hof de bestreden beschikking voor zover het de hoogte van de onderhoudsbijdrage betreft en stelt deze vast op € 58,50 per kind per maand, met ingang van 1 maart 2006.