ECLI:NL:GHSGR:2007:BB4662
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- G. Oosterhof
- G.P.A. Aler
- F. Heemskerk
- Rechtspraak.nl
Afwijzing vordering tot gevangenhouding van verdachte met vermeende rol binnen de Filippijnse Communisten Partij
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 3 oktober 2007 uitspraak gedaan in hoger beroep over de vordering van het openbaar ministerie tot gevangenhouding van de verdachte, die wordt verondersteld de leider van de Filippijnse Communisten Partij (CPP) te zijn. Het hof heeft, net als de rechtbank, geoordeeld dat de vereiste 'ernstige bezwaren' tegen de verdachte niet aanwezig zijn voor de toepassing van voorlopige hechtenis. Hoewel het hof heeft vastgesteld dat er talrijke aanwijzingen zijn dat de verdachte een prominente rol binnen de CPP heeft vervuld tijdens zijn verblijf in Nederland, is deze positie op zichzelf niet voldoende om zijn strafrechtelijke verantwoordelijkheid vast te stellen met betrekking tot moordaanslagen die in 2003 en 2004 op dissidente leden van de partij zijn gepleegd in de Filippijnen.
Het hof heeft de vraag beantwoord of er op basis van het dossier en de ter zitting naar voren gebrachte argumenten sprake is van ernstige bezwaren tegen de verdachte, zoals bedoeld in artikel 67, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering. De ernst van de gepleegde moordaanslagen op de Filippijnen staat niet ter discussie, maar het hof concludeert dat er geen voldoende concrete aanwijzingen zijn die een rechtstreeks verband tussen de verdachte en de moordaanslagen kunnen aantonen. De verdachte, die de oprichter van de CPP is en deze partij leidde tot zijn detentie in 1977, verblijft sinds 1987 in Nederland.
Het hof heeft ook opgemerkt dat de verklaringen van getuigen, die belastend zijn voor de verdachte, een hoge mate van onbepaaldheid in de tijd vertonen en dat de politieke context van de feiten in de Filippijnen de betrouwbaarheid van deze verklaringen in twijfel kan trekken. Gezien de onduidelijkheid over de duur en omvang van het onderzoek, en de vraag of de verdediging haar ondervragingsrechten ten volle kan uitoefenen, heeft het hof besloten de beschikking waarvan beroep te vernietigen en de vordering tot gevangenhouding van de verdachte af te wijzen.