ECLI:NL:GHSGR:2007:BB4808
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- M.A.F. Tan-de Sonnaville
- Th.W.H.E. Schmitz
- R. van der Vlist
- Rechtspraak.nl
Executiegeschil inzake ontruimingsvonnis met belangenafweging voor huurder
In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Gravenhage werd behandeld, ging het om een executiegeschil met betrekking tot een ontruimingsvonnis. De zaak betrof de Stichting Woongoed Zeeuws-Vlaanderen als appellante en een huurder als geïntimeerde. De procedure volgde op een bodemvonnis van 15 februari 2006, waarbij de belangen van de huurder, die te maken had met een handicap en zorg voor een minderjarig kind, zwaar wogen. Het hof oordeelde dat de risico's voor Woongoed bij het uitstellen van de ontruiming beperkt waren, terwijl de belangen van de huurder aanzienlijk waren. Het hof concludeerde dat Woongoed geen in redelijkheid te respecteren belang had om tot ontruiming over te gaan, ondanks de openstaande schuld van de huurder aan Woongoed. De uitspraak van 12 september 2007 bevestigde de eerdere beslissing van de rechtbank en legde de proceskosten bij Woongoed, die als in het ongelijk gestelde partij werd aangemerkt. Het hof benadrukte dat de huurder een kans kreeg om zijn situatie te verbeteren, maar waarschuwde ook dat bij terugval de kans op ontruiming zou toenemen. De beslissing werd genomen na een zorgvuldige belangenafweging, waarbij de omstandigheden van de huurder zwaar meegewogen werden.