ECLI:NL:GHSGR:2007:BB4809
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- M.A.F. Tan-de Sonnaville
- J.H.W. de Planque
- R. van der Vlist
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake koopovereenkomst en bewijs van onderhandse akte
In deze zaak heeft de appellant hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de rechtbank ’s-Gravenhage, sector kanton, waarin de vordering van de verkoper werd toegewezen en de vordering van de appellant werd afgewezen. De appellant betwist dat er een koopovereenkomst tot stand is gekomen voor de aankoop van een tweedehands auto, een Chevrolet Trans Sport, die hij op 9 oktober 2003 samen met zijn vrouw heeft bezichtigd. De appellant stelt dat hij slechts een formulier heeft ondertekend om de inruilwaarde van zijn eigen auto te bevestigen en dat er geen wil was om een koopovereenkomst te sluiten, mede door onduidelijkheid over de financieringsmogelijkheden. De verkoper daarentegen stelt dat er wel degelijk een koopovereenkomst is gesloten en beroept zich op het door de appellant getekende formulier als bewijs.
Het hof oordeelt dat het ondertekende formulier een onderhandse akte is die dwingend bewijs oplevert van de inhoud ervan, tenzij de appellant tegenbewijs kan leveren. Het hof stelt dat, behoudens tegenbewijs, vaststaat dat de appellant de auto heeft gekocht voor een bedrag van € 22.800, met inruil van zijn eigen auto voor € 1.500. De appellant krijgt de gelegenheid om tegenbewijs te leveren, waarbij hij kan aantonen dat de akte slechts diende om de inruilwaarde vast te leggen. Het hof gaat ook in op de annuleringsclausule in de akte, die niet als onredelijk bezwarend wordt beschouwd. De beslissing van het hof houdt in dat de appellant wordt toegelaten tot het leveren van tegenbewijs, en dat dit bewijs kan worden geleverd door middel van getuigen.