ECLI:NL:GHSGR:2007:BB8279
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- Th.W.H.E. Schmitz
- M.A.F. Tan-de Sonnaville
- A.G. Beets
- Rechtspraak.nl
Beroepsfout van advocaat in echtscheidingsprocedure en schadevergoeding
In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Gravenhage diende, gaat het om een beroepsfout van een advocaat in het kader van een echtscheidingsprocedure. De appellant, hierna te noemen [de cliënt], was gehuwd met [de ex-echtgenote] en heeft de advocaat ingeschakeld om de echtscheiding te regelen. Na de echtscheiding heeft [de ex-echtgenote] de verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap willen vernietigen, wat leidde tot een rechtszaak. De rechtbank oordeelde dat de advocaat een beroepsfout had gemaakt, maar het hof moest beoordelen of er causaal verband was tussen deze fout en de schade die [de cliënt] had geleden.
Het hof stelde vast dat de advocaat niet had gezorgd voor een taxatie van de waarde van de onroerende zaak en de boot, en dat de omvang van de schulden niet was vastgesteld. Dit leidde tot de conclusie dat [de ex-echtgenote] zich niet bewust was van de rechten waarvan zij afstand deed. Het hof oordeelde dat de advocaat had moeten zorgen voor een duidelijke schriftelijke uiteenzetting van de financiële situatie, zodat [de ex-echtgenote] weloverwogen beslissingen kon nemen.
Het hof liet [de cliënt] toe tot het leveren van tegenbewijs en stelde dat als hij hierin slaagde, er mogelijk een causaal verband zou zijn tussen de beroepsfout van de advocaat en de door hem geleden schade. De kosten van rechtsbijstand die [de cliënt] had gemaakt, werden wel toegerekend aan de beroepsfout van de advocaat. Het hof besloot de zaak aan te houden voor verdere behandeling en bewijslevering.