ECLI:NL:GHSGR:2007:BB8329
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- Husson
- Pannekoek-Dubois
- Zonnenberg
- Rechtspraak.nl
Huwelijk naar Pakistaans recht en toepasselijk Nederlands recht op de verdeling
In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Gravenhage werd behandeld, ging het om een hoger beroep in een echtscheidingsprocedure tussen een man en een vrouw. De man, verzoeker en incidenteel verweerder, betwistte de rechtsgeldigheid van het huwelijk dat volgens de vrouw naar Pakistaans recht was gesloten. De vrouw, verweerster en incidenteel verzoekster, stelde dat het huwelijk rechtsgeldig was en dat de rechtbank terecht had geoordeeld dat Nederlands recht van toepassing was op de verdeling van het huwelijksvermogen. Het hof overwoog dat de man in zijn beroepschrift aanvoerde dat er geen rechtsgeldig huwelijk was volgens Nederlands recht, maar dat hij in eerste aanleg had erkend dat partijen in 1993 waren gehuwd. Het hof nam kennis van de door de vrouw overgelegde stukken, ondanks dat deze niet volledig aan de eisen voldeden, en oordeelde dat het huwelijk volgens de Pakistaanse regelgeving rechtsgeldig was. Het hof concludeerde dat het huwelijk in Nederland kon worden erkend op basis van de Wet conflictenrecht huwelijk. De man voerde aan dat hij geen draagkracht had om een bijdrage aan de vrouw te betalen, maar het hof oordeelde dat hij in staat was om de door de rechtbank vastgestelde alimentatie van € 600,- per maand te betalen. De vrouw verzocht om de boedel te verdelen, maar het hof oordeelde dat de man onvoldoende had aangetoond dat hij niet-ontvankelijk was in zijn grief tegen de verdeling. Uiteindelijk bekrachtigde het hof de bestreden beschikking van de rechtbank, waarbij de echtscheiding was uitgesproken en de alimentatie was vastgesteld.