ECLI:NL:GHSGR:2007:BC0158
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- M. Stille
- A. Dusamos
- H. Husson
- Rechtspraak.nl
Toepasselijkheid van Marokkaans recht op huwelijksgoederenregime in echtscheidingsprocedure
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 7 november 2007 uitspraak gedaan in hoger beroep over de toepasselijkheid van het Marokkaans recht op het huwelijksgoederenregime van partijen. De man, verzoeker in hoger beroep, had in hoger beroep gekomen van een beschikking van de rechtbank te Dordrecht van 3 januari 2007, waarin was bepaald dat Nederlands recht van toepassing was op het huwelijksgoederenregime. De vrouw, verweerster in hoger beroep, heeft geen verweer gevoerd tegen het hoger beroep van de man en beide partijen hebben aangegeven af te zien van een mondelinge behandeling.
De rechtbank had in eerste aanleg de echtscheiding tussen partijen uitgesproken en bepaald dat het huwelijksgoederenregime Nederlands recht van toepassing was. De man betoogde in zijn grief dat de rechtbank ten onrechte had overwogen dat Nederlands recht van toepassing was, en stelde dat Marokkaans recht van toepassing zou moeten zijn, aangezien de vrouw naast de Nederlandse nationaliteit ook de Marokkaanse nationaliteit heeft. Het hof overwoog dat, volgens het Haags Huwelijksvermogensverdrag van 1978, het huwelijksvermogensregime wordt beheerst door het interne recht van de staat waar de echtgenoten hun eerste gewone verblijfplaats na het huwelijk vestigen, tenzij er een rechtskeuze is gemaakt.
Het hof concludeerde dat Marokkaans recht van toepassing is op het huwelijksvermogensregime, omdat beide partijen de Marokkaanse nationaliteit hebben en Marokko een zogenoemd nationaliteitsland is. De rechtbank had ten onrechte geoordeeld dat Nederlands recht van toepassing was. Het hof vernietigde de bestreden beschikking en bepaalde dat er geen huwelijksvermogensrechtelijke gemeenschap van goederen bestaat tussen partijen, aangezien er geen huwelijkse voorwaarden zijn.
De beslissing van het hof houdt in dat de verzoeken van de vrouw om verdeling van de gemeenschap van goederen zijn afgewezen, en dat het Marokkaans recht van toepassing is op het huwelijksgoederenregime van partijen.