ECLI:NL:GHSGR:2007:BC0727

Gerechtshof 's-Gravenhage

Datum uitspraak
14 november 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
096-M-07
Instantie
Gerechtshof 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • M. Dusamos
  • A. van den Wildenberg
  • J. van der Burght
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wijziging van kinderalimentatie en de beoordeling van gewijzigde omstandigheden

In deze zaak gaat het om de wijziging van de kinderalimentatie die de vader, verzoeker in hoger beroep, heeft aangevraagd. De vader is in hoger beroep gekomen van een beschikking van de rechtbank te Middelburg, waarin hij niet-ontvankelijk werd verklaard in zijn verzoek tot wijziging van de kinderalimentatie. De vader stelt dat er sprake is van gewijzigde omstandigheden die een nihilstelling van de kinderalimentatie rechtvaardigen. Hij voert aan dat zijn financiële situatie is verslechterd door het niet nakomen van toezeggingen door zijn relaties, waardoor hij niet meer in staat is om de vastgestelde alimentatie van € 250,- per kind per maand te betalen.

De moeder, verweerster in hoger beroep, heeft geen verweerschrift ingediend en heeft ter zitting verklaard dat zij betwist dat er sprake is van gewijzigde omstandigheden. Zij stelt dat de vader nog steeds in staat is om de alimentatie te betalen, gezien zijn levensstijl en uitgaven. Het hof heeft de feiten en omstandigheden van de zaak zorgvuldig gewogen en komt tot de conclusie dat de vader zijn verzoek niet voldoende heeft onderbouwd. De rechtbank heeft op goede gronden beslist en de vader terecht niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzoek in eerste aanleg.

Het hof heeft vastgesteld dat de vader geen nieuwe feiten heeft aangedragen die een wijziging van de alimentatie rechtvaardigen. De vader heeft zijn verzoek in hoger beroep gewijzigd, maar heeft nagelaten om aan te tonen dat er daadwerkelijk sprake is van gewijzigde omstandigheden. Het hof wijst het verzoek van de vader af en compenseert de proceskosten, gezien de ex-echtelijke relatie tussen partijen. De beschikking van de rechtbank wordt bekrachtigd, en het hof wijst het in hoger beroep meer of anders verzochte af.

Uitspraak

GERECHTSHOF ‘s-GRAVENHAGE
Familiesector
Uitspraak : 14 november 2007
Rekestnummer. : 096-M-07
Rekestnr. rechtbank : 52299/06-483
[appellant],
wonende te Oostkapelle, gemeente Veere,
verzoeker in hoger beroep,
hierna te noemen: de vader,
procureur mr. K.T.B. Salomons,
tegen
[verweerster],
wonende te Noordwijkerhout,
verweerster in hoger beroep,
hierna te noemen: de moeder,
PROCESVERLOOP IN HOGER BEROEP
De vader is op 24 januari 2007 in hoger beroep gekomen van een beschikking van 8 november 2006 van de rechtbank te Middelburg.
De moeder heeft geen verweerschrift ingediend.
Op 10 oktober 2007 is de zaak mondeling behandeld. Verschenen is: de moeder. De vader is, hoewel daartoe behoorlijk opgeroepen, niet verschenen. De moeder heeft het woord gevoerd.
HET PROCESVERLOOP IN EERSTE AANLEG EN VASTSTAANDE FEITEN
Voor het procesverloop en de beslissing in eerste aanleg verwijst het hof naar de bestreden beschikking van de rechtbank te Middelburg. Bij die beschikking heeft de rechtbank de vader in zijn verzoek – tot wijziging (nihilstelling) van de door de rechtbank Middelburg bij beschikking van 14 september 2005 aan hem opgelegde kinderalimentatie van € 250,-- per kind per maand – niet-ontvankelijk verklaard.
Het hof gaat uit van de door de rechtbank vastgestelde feiten, voor zover daar in hoger beroep geen grief tegen is gericht.
BEOORDELING VAN HET HOGER BEROEP
1. In geschil is de wijziging van de kinderalimentatie ten behoeve van de minderjarige kinderen: [geboren in 1995 en 2000],
ook gezamenlijk verder: de kinderen, die bij de moeder verblijven.
2. De vader verzoekt het hof de bestreden beschikking te vernietigen en, opnieuw beschikkende, - uitvoerbaar bij voorraad - alsnog te bepalen dat zijn inleidend verzoek strekkende tot nihilstelling van de kinderalimentatie ad € 250,- per kind per maand zal worden toegewezen en daarnaast de moeder te veroordelen in de kosten van deze procedure.
3. De vader voert daartoe aan dat de rechtbank hem ten onrechte niet-ontvankelijk heeft verklaard, omdat er wel degelijk sprake is van een wijziging van omstandigheden die een nihilstelling van de kinderalimentatie rechtvaardigt. Deze wijziging is daarin gelegen dat zijn relaties hun toezeggingen niet meer nakomen, waardoor er sprake is van een teruggang in zijn inkomstenbron als gevolg waarvan hij niet (meer) over de financiële middelen beschikt om de kinderalimentatie aan de moeder te betalen. De vader stelt dat hij financieel geholpen wordt door zijn ouders en derden waardoor hij in staat is zijn huidige levensstandaard voort te kunnen zetten.
4. De moeder bestrijdt het beroep. Ter zitting heeft de moeder verklaard dat zij betwist dat er sprake is van gewijzigde omstandigheden. Zij stelt dat de vader nog immer de vastgestelde kinderalimentatie kan betalen. De moeder heeft aangevoerd dat de vader in een penthouse woont, een dure auto rijdt en de kinderen grote cadeaus en dure kleding geeft. Daarnaast gaat de vader regelmatig met de kinderen op vakantie, onder andere naar Dubai en naar Center Parcs, aldus de moeder. De moeder vermoedt dat de vader via het zwarte circuit inkomsten ontvangt en dat de vader gestopt is met het betalen van de kinderalimentatie vanwege het feit dat de moeder sinds enige tijd een nieuwe relatie heeft waarmee zij thans samenwoont.
5. Het hof overweegt als volgt. Vooreerst stelt het hof vast dat de rechtbank op goede gronden heeft beslist en de vader terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard in zijn verzoek in eerste aanleg. Immers, de vader heeft in eerste aanleg zijn verzoek gebaseerd op artikel 1:401 lid 4 BW: wijziging of intrekking op grond van het feit dat de kinderalimentatie van de aanvang af niet aan de wettelijke maatstaven heeft beantwoord doordat bij de vaststelling van de kinderalimentatie van onjuiste of onvolledige gegevens is uitgegaan. Van een dergelijke situatie is in dit geval geen sprake. Ook ten tijde van de echtscheidingsprocedure was de rechtbank op de hoogte van het faillissement van de vader. De rechtbank bezat derhalve ook destijds de juiste en volledige informatie. De rechtbank heeft ondanks deze gegevens bepaald dat de vader kinderalimentatie diende te betalen, echter op uitdrukkelijk verzoek van de vader zelf. Er is dan ook geen sprake van onjuiste of onvolledige gegevens, doch van een – kennelijk – gewijzigd standpunt van de vader. Hiervoor biedt artikel 1:401 lid 4 BW geen ruimte. Er zijn voorts door de vader geen nieuwe of andere feiten aangedragen, zodat de rechtbank terecht heeft bepaald dat geen sprake is van een situatie als bedoeld in artikel 1:401 lid 4 BW en de rechtbank de vader op goede gronden niet-ontvankelijk heeft verklaard.
6. Ten aanzien van de stelling van de vader dat sprake is van een wijziging van omstandigheden, zoals hij in zijn beroepschrift in afwijking en aanvulling op zijn verzoekschrift in eerste aanleg stelt, overweegt het hof als volgt. De vader heeft de grondslag voor zijn verzoek in hoger beroep gewijzigd in die zin dat hij zich thans beroept op de aanwezigheid van een wijziging van omstandigheden in de zin van artikel 1:401 lid 1 BW. De moeder heeft deze stelling van de vader ter zitting gemotiveerd betwist. De vader heeft nagelaten zijn stelling te onderbouwen en inzichtelijk te maken. Nu de vader op geen enkele wijze aannemelijk heeft gemaakt dat sprake is van een wijziging van omstandigheden, welke omstandigheden bovendien gevolgen hebben voor het betalen van de kinderalimentatie, is het hof van oordeel dat er geen sprake is van gewijzigde omstandigheden als bedoeld in artikel 1:401 lid 1 BW, zodat het verzoek van de vader dient te worden afgewezen.
7. Ten aanzien van het verzoek van de vader tot veroordeling van de moeder in de kosten van het geding komt het hof eveneens tot een afwijzing van het verzoek van de vader. Nu partijen ex-echtgenoten zijn, zal het hof de proceskosten compenseren. Het hof ziet geen aanleiding om daarvan in dit geval af te wijken.
8. Mitsdien dient als volgt te worden beslist.
BESLISSING OP HET HOGER BEROEP
Het hof:
bekrachtigt de bestreden beschikking voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen;
wijst het in hoger beroep meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is gegeven door mrs. Dusamos, Van den Wildenberg en Van der Burght, bijgestaan door mr. Wijkstra als griffier en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 14 november 2007.