2. Het gaat in deze zaak, samengevat, om het volgende.
2.1 Partijen hebben op 30 december 1996 een schriftelijk stuk getekend, waarin onder meer staat:
“[Werkgever] vof […] (hierna: werkgever) en [Werknemer], wonende te [woonplaats] (hierna: werknemer) verklaren de volgende arbeidsovereenkomst te zijn aangegaan:
1. Tijdsduur
Werknemer treedt met ingang van 1 januari 1997 als dienstverlener/adviseur voor onbepaalde tijd in dienst bij werkgever. (…)
2. Werktijden
De arbeidsduur bij aanvang bedraagt 15 uur per week. De arbeidsduur zal in stappen van twee maanden worden uitgebreid tot een full-time baan van 38 uur per week per 1 januari 1998. De werkgever is gerechtigd opdracht te geven tot overwerk.
3. Aard van de werkzaamheden
Werknemer verricht in hoofdzaak de volgende werkzaamheden:
Het dienst verlenen en adviseren in de automatiseringsbranche.
Het evalueren van nieuwe hard- en software.
Het programmeren en koppelen van netwerken aan ISDN (telefoon)centrales.
4. Beloning
Het aanvangssalaris bedraagt f. 1750,00 bruto per maand (…). Werknemer ontvangt een vakantietoeslag van 8%, berekend over het vaste bruto salaris (…).”
2.2 Het bruto maandloon bedroeg laatstelijk € 3.312,20, te verhogen met 8% vakantietoeslag.
2.3 Tussen partijen zijn in 2005 verschillen van mening gerezen over de gang van zaken rond de ontwikkeling van het softwareprogramma Crocus.
2.4 [Werknemer] heeft zich op 19 april 2005 ziek gemeld en is sedertdien arbeidsongeschikt.
2.5 Imha heeft de uitbetaling van het loon over de maand april 2005 opgeschort wegens vermeende tekortkomingen van [Werknemer] in de ziekmeldingsprocedure. Na correspondentie heeft Imha dit loon alsnog op 19 mei 2005 uitbetaald.
2.6 Bij brief van 23 mei 2005 heeft de gemachtigde van Imha [Werknemer] gewaarschuwd dat het loon opnieuw zal worden opgeschort, wanneer [Werknemer] niet zal verschijnen op het spreekuur van de Arbo-arts. Door een vergissing is [Werknemer] niet op het spreekuur verschenen. Hij heeft zijn vergissing onmiddellijk aan de gemachtigde van Imha gemeld, maar Imha heeft niettemin de uitbetaling van het loon opnieuw opgeschort.
2.7 De vakantietoeslag over de eerste zes maanden van 2005 is per 30 juni 2005 opeisbaar geworden. Ook betaling daarvan heeft Imha opgeschort.
2.8 Bij inleidende dagvaarding van 27 juni 2005 heeft [Werknemer] bij wijze van voorlopige voorziening gevorderd Imha hoofdelijk te veroordelen tot betaling van: - het loon over de maand mei 2005 en het loon vanaf 1 juni 2005 tot de dag waarop de arbeidsovereenkomst rechtsgeldig zal zijn beëindigd, met de wettelijke verhoging en de wettelijke rente;
- het vakantiegeld over de eerste zes maanden van 2005 met de wettelijke verhoging en de wettelijke rente;
- de wettelijke verhoging over het loon van de maand april 2005;
- de buitengerechtelijke kosten ad € 400,-;
en tot afgifte van loonstroken en jaaropgaven op straffe van een dwangsom.
2.9 De voorzieningenrechter heeft bij het bestreden vonnis, dat uitvoerbaar bij voorraad is verklaard, Imha hoofdelijk veroordeeld tot betaling aan [Werknemer] van:
- € 3.312,20 bruto wegens loon over de maand mei 2005, met de wettelijke rente;
- € 1.656,10 bruto wegens de wettelijke verhoging over dit loon, met de wettelijke rente;
- € 3.312,20 bruto per maand wegens loon vanaf 1 juni 2005 tot de dag waarop de arbeidsovereenkomst rechtsgeldig zal zijn geëindigd, met de wettelijke rente over elke loontermijn te berekenen vanaf de vervaldag, indien en voor zover niet tijdig wordt betaald;
- € 1.192,39 bruto wegens de wettelijke verhoging over het loon van de maand april 2005, met de wettelijke rente;
- € 1.589,86 bruto wegens het vakantiegeld over de eerste zes maanden van 2005, met de wettelijke rente;
- € 400,- als vergoeding van buitengerechtelijke kosten.
Imha is voorts hoofdelijk veroordeeld tot afgifte van loonstroken en jaaropgaven op straffe van een dwangsom. Ten slotte is Imha veroordeeld in de proceskosten en is het meer of anders gevorderde afgewezen.
2.10 Op 28 juni 2006 heeft de CWI de door Imha gevraagde ontslagtoestem¬ming verleend. Imha heeft de arbeidsovereenkomst opgezegd tegen 1 augustus 2006.