ECLI:NL:GHSGR:2007:BC1780
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- S.C.H. Koning
- A.H. de Wild
- A.V. van den Berg
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid en beroepsaandoeningen in het ambtenarenrecht
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 16 november 2007 uitspraak gedaan in hoger beroep over de aansprakelijkheid van de Technische Universiteit Delft (T.U. Delft) in verband met beweerde beroepsaandoeningen van de appellant. De appellant, vertegenwoordigd door procureur mr. L.S.J. de Korte, had in eerste aanleg een vordering tot schadevergoeding ingesteld, welke door de rechtbank 's-Gravenhage op 21 september 2005 was afgewezen. De rechtbank oordeelde dat de appellant verzuimd had zich tijdig tot de bestuursrechter te wenden, waardoor de vordering niet ontvankelijk was verklaard.
Het hof heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat de weigering van T.U. Delft om aansprakelijkheid te erkennen een appellabel besluit is. Het hof benadrukt dat pas na vaststelling van de onjuistheid van deze weigering in een bestuursrechtelijke procedure, de burgerlijke rechter kan uitgaan van de onrechtmatigheid van het besluit. Aangezien de afwijzing van T.U. Delft onherroepelijk was geworden, moest het hof uitgaan van de juistheid van het besluit van T.U. Delft. Dit leidde tot de conclusie dat niet was komen vast te staan dat T.U. Delft onrechtmatig had gehandeld.
De beslissing van de rechtbank om de vordering van de appellant af te wijzen werd door het hof bekrachtigd. De appellant werd veroordeeld in de kosten van het hoger beroep, die door het hof zijn begroot op € 1.908,-, te vermeerderen met wettelijke rente. Het hof heeft de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de appellant deze kosten onmiddellijk dient te voldoen, ongeacht een eventueel hoger beroep.