ECLI:NL:GHSGR:2007:BC1994
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- M. van Nievelt
- A. Mink
- F. Fockema Andreae-Hartsuiker
- Rechtspraak.nl
Onderzoek naar ondertoezichtstelling van minderjarige kinderen in het kader van een conflict tussen ouders
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof 's-Gravenhage, staat de ondertoezichtstelling van vier minderjarige kinderen centraal. De vader, verzoeker in hoger beroep, heeft bezwaar gemaakt tegen de beslissing van de kinderrechter die de kinderen onder toezicht heeft gesteld van Jeugdzorg. De vader stelt dat de zorgelijke situatie van de kinderen voornamelijk het gevolg is van de weigering van de moeder om omgang toe te staan. Tijdens de mondelinge behandeling op 26 september 2007 werd vastgesteld dat er overeenstemming was over een omgangsregeling, maar deze is niet gerealiseerd. De vader heeft zijn grieven uiteengezet, waarbij hij betoogt dat de kinderrechter ten onrechte heeft geoordeeld dat er gronden voor ondertoezichtstelling aanwezig zijn. Hij wijst op de negatieve impact van de ondertoezichtstelling op de kinderen en zijn rol als vader.
De raad voor de kinderbescherming heeft echter aangegeven dat er sprake is van een ernstige bedreiging van de ontwikkeling van de kinderen en dat hulpverlening noodzakelijk is. Jeugdzorg heeft bevestigd dat de ondertoezichtstelling nog steeds noodzakelijk is, gezien de emotionele problemen van de kinderen en de spanningen die voortkomen uit de omgangsregeling. Het hof heeft de feiten en omstandigheden in overweging genomen en geconcludeerd dat de ondertoezichtstelling in het belang van de kinderen is. Het hof heeft de bestreden beschikking van de kinderrechter bekrachtigd, waarbij het belang van de kinderen voorop staat. Tevens heeft het hof aanbevolen om een psychodiagnostisch onderzoek van alle betrokkenen uit te voeren om de huidige patstelling te doorbreken.