ECLI:NL:GHSGR:2007:BC2060

Gerechtshof 's-Gravenhage

Datum uitspraak
19 december 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
1370-R-07
Instantie
Gerechtshof 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • Fockema Andreae-Hartsuiker
  • Van den Wildenberg
  • Kamminga
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen voorlopige ondertoezichtstelling in familierechtelijke kwestie

In deze zaak heeft de moeder, verzoekster in hoger beroep, op 28 september 2007 hoger beroep ingesteld tegen een beschikking van de kinderrechter in de rechtbank Rotterdam, gedateerd 18 september 2007. Deze beschikking hield in dat de minderjarigen, geboren in 1997, 2000, 2006 en 2007, voorlopig onder toezicht zijn gesteld voor de duur van drie maanden, met ingang van 14 september 2007. De moeder was bijgestaan door haar advocaat, mr. P. Vermeulen, en de William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering (WSS) was als informant aangemerkt. Tijdens de mondelinge behandeling op 5 december 2007 waren de moeder, haar advocaat en vertegenwoordigers van de WSS aanwezig, terwijl de Raad voor de Kinderbescherming niet verscheen.

Het hof heeft vastgesteld dat, ingevolge artikel 807 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, tegen een voorlopige ondertoezichtstelling, zoals bedoeld in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek, geen andere voorziening openstaat dan cassatie in het belang der wet. Dit betekent dat de moeder niet-ontvankelijk moet worden verklaard in haar hoger beroep. Het hof heeft derhalve besloten om de moeder niet-ontvankelijk te verklaren in haar hoger beroep, wat inhoudt dat de eerdere beschikking van de kinderrechter in stand blijft. De uitspraak is gedaan op 19 december 2007 door de rechters Fockema Andreae-Hartsuiker, Van den Wildenberg en Kamminga, met mr. Van der Kamp als griffier.

Uitspraak

GERECHTSHOF ‘s-GRAVENHAGE
Familiesector
Uitspraak : 19 december 2007
Rekestnummer. : 1370-R-07
Rekestnr. rechtbank : J2 RK 07-1169
[appellante],
wonende te Hoogvliet,
verzoekster in hoger beroep,
hierna te noemen: de moeder,
procureur mr. P.J.M. von Schmidt auf Altenstadt,
tegen
de Raad voor de Kinderbescherming,
vestiging Rotterdam,
hierna te noemen: de raad.
Als informant is aangemerkt:
de William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering
kantoor houdende te Diemen,
hierna te noemen: de WSS.
PROCESVERLOOP IN HOGER BEROEP
De moeder is op 28 september 2007 in hoger beroep gekomen van een beschikking van de kinderrechter in de rechtbank Rotterdam van 18 september 2007.
Op 5 december 2007 is de zaak, tezamen met de zaak met rekestnummer 1369-R-07 (betreffende de uithuisplaatsing), mondeling behandeld. Verschenen zijn: de moeder, bijgestaan door haar advocaat, mr. P. Vermeulen, en namens de WSS: mevrouw F. Neuteboom en mevrouw D. Welleman. De raad is, hoewel daartoe behoorlijk opgeroepen, niet verschenen. De moeder, haar advocaat, alsmede de WSS, hebben het woord gevoerd.
VASTSTAANDE FEITEN EN HET PROCESVERLOOP IN EERSTE AANLEG
Voor het procesverloop en de beslissing in eerste aanleg verwijst het hof naar de bestreden beschikking. Bij die beschikking heeft de rechtbank, voor zover thans van belang, E[de minderjarigen, geboren in 1997, 2000, 2006 en 2007], voorlopig onder toezicht gesteld voor de duur van drie maanden met ingang van 14 september 2007.
Het hof gaat uit van de door de rechtbank vastgestelde feiten, voor zover daar in hoger beroep geen grief tegen is gericht.
DE ONTVANKELIJKHEID VAN HET HOGER BEROEP
Ingevolge artikel 807 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, voor zover thans van belang, staat tegen een voorlopige ondertoezichtstelling, zoals bedoeld in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek, geen andere voorziening open dan cassatie in het belang der wet. De moeder kan derhalve niet worden ontvangen in haar hoger beroep. Zij dient te dien aanzien niet-ontvankelijk te worden verklaard. Het hof beslist derhalve als volgt.
BESLISSING OP HET HOGER BEROEP
Het hof:
verklaart de moeder niet-ontvankelijk in haar hoger beroep.
Deze beschikking is gegeven door mrs. Fockema Andreae-Hartsuiker, Van den Wildenberg en Kamminga, bijgestaan door mr. Van der Kamp als griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 19 december 2007.