ECLI:NL:GHSGR:2007:BP3150

Gerechtshof 's-Gravenhage

Datum uitspraak
16 april 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
22-002419-06
Instantie
Gerechtshof 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen vonnis van de rechtbank te 's-Gravenhage inzake strafzaak met meerdere tenlastegelegde feiten

In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 16 april 2007 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank te 's-Gravenhage van 7 april 2006. De verdachte, geboren in Suriname, was in eerste aanleg veroordeeld tot een gevangenisstraf van 18 maanden, met aftrek van voorarrest, voor meerdere strafbare feiten. In hoger beroep heeft de advocaat-generaal geconcludeerd tot vernietiging van het vonnis en veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf van 24 maanden, met toewijzing van schadevergoedingen aan verschillende benadeelde partijen. Het hof heeft de vordering van de benadeelde partij [1] tot een bedrag van EUR 1.000,- toegewezen, evenals vorderingen van andere benadeelde partijen tot hogere bedragen. Het hof heeft de beslissing van de rechtbank ten aanzien van de vordering van de benadeelde partij [1] vernietigd, maar het vonnis voor het overige bevestigd. De uitspraak is gedaan bij verstek, en het hof heeft de verdachte veroordeeld om het toegewezen bedrag aan de benadeelde partij te betalen. De zaak is behandeld op basis van het onderzoek in eerste aanleg en het onderzoek in hoger beroep, waarbij het hof zich heeft verenigd met de gronden en beslissingen van de rechtbank, behoudens de aanpassing van de schadevergoedingsmaatregelen.

Uitspraak

Rolnummer: 22-002419-06
Parketnummers: 09-925816-05 en 09-665555-03
Datum uitspraak: 16 april 2007
VERSTEK
Gerechtshof te 's-Gravenhage
meervoudige kamer voor strafzaken
Arrest
gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank te 's-Gravenhage van 7 april 2006 in de strafzaak tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren te [plaats] (Suriname) op [dag] 1972,
[adres].
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen in eerste aanleg en het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van dit hof van 2 april 2007.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal.
De advocaat-generaal heeft geconcludeerd tot vernietiging van het vonnis waarvan beroep en veroordeling van de verdachte voor de onder 1 primair, 2, 3, 4 en 5 tenlastegelegde feiten tot een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden met aftrek van voorarrest, met de toewijzing van de vordering van de benadeelde partijl [benadeelde 1] tot een bedrag van EUR 1.000,-, met toewijzing van de vordering van de benadeelde partij Hotel [benadeelde 2] tot een bedrag van EUR 1.626,25 en met toewijzing van de vordering van de benadeelde partij HCR [benadeelde 3] tot een bedrag van EUR 1.684,32 telkens met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is tenlastegelegd hetgeen vermeld staat in de inleidende dagvaardingen, zoals op de terechtzitting in eerste aanleg op vordering van de officier van justitie gewijzigd.
Van de dagvaardingen en van de vordering wijziging tenlastelegging zijn kopieën in dit arrest gevoegd.
Het hof heeft de feiten die in deze dagvaardingen zijn opgenomen van een doorlopende nummering voorzien.
Het zal die nummering in dit arrest aanhouden.
Procesgang
In eerste aanleg is de verdachte van het onder 1 primair tenlastegelegde vrijgesproken voorzover dat feit ziet op logies, telefoontikken en pay-tv en ter zake van het overigens onder 1 primair en 2, 3, 4 en 5 tenlastegelegde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden met aftrek van voorarrest met de beslissing op de vorderingen van de benadeelde partijen zoals in dat vonnis nader omschreven.
Namens de verdachte is tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
Het vonnis waarvan beroep
De behandeling van de zaak in hoger beroep heeft het hof niet gebracht tot andere beschouwingen en beslissingen dan die van de eerste rechter, behoudens ten aanzien van de vordering van de benadeelde partij [1], welke vordering het hof zal toewijzen tot het in hoger beroep gevorderde bedrag van EUR 1.000,-; voorts zal het hof ten aanzien van de vorderingen van de benadeelde partijen niet de schadevergoedingsmaatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht opleggen.
In dit opzicht zal het hof het vonnis waarvan beroep vernietigen. Voor het overige verenigt het hof zich met de gronden en beslissingen in het vonnis en neemt het hof die over, zodat het vonnis in zoverre dient te worden bevestigd.
BESLISSING (bij verstek)
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep doch alleen ten aanzien van de beslissing van de rechtbank op de vordering van de benadeelde partij [1] en de in eerste aanleg opgelegde schadevergoedingsmaatregelen en doet in zoverre opnieuw recht.
Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [1] tot het in hoger beroep gevorderde bedrag van
EUR 1.000,00 (duizend euro)
en veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
Bevestigt het vonnis waarvan beroep voor het overige.
Dit arrest is gewezen door mr. P.J. Wurzer, mr. M.P.J.G. Göbbels en mr. D. Jalink, in bijzijn van de griffier mr. S.A. Commandeur.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 16 april 2007.