ECLI:NL:GHSGR:2008:BC2825
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- M. Stille
- A. Husson
- J. Mink
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van een vordering tot voeging in hoger beroep met betrekking tot alimentatieverplichtingen
In deze zaak heeft de vrouw hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de voorzieningenrechter van de rechtbank te Rotterdam, waarin een vordering van de man werd toegewezen. De vrouw heeft in haar memorie van grieven twee grieven ingediend en verzocht om het vonnis te vernietigen en de oorspronkelijke vorderingen van de man af te wijzen. De man heeft vervolgens een incidentele vordering tot voeging ingediend, waarbij hij stelde dat er twee aanhangige zaken zijn die over hetzelfde onderwerp gaan, namelijk de bijdrage in de kosten van huishoudgeld versus alimentatieverplichting. Hij betoogde dat voeging van de gedingen noodzakelijk was om tegenstrijdige beslissingen te voorkomen.
Het hof heeft de vordering tot voeging beoordeeld en vastgesteld dat de man zijn verzoek baseerde op artikel 222 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv), dat enkel van toepassing is op gedingen die zijn ingeleid met een dagvaarding. Aangezien de andere procedure met een verzoekschrift was ingeleid, was de relevante bepaling voor voeging in hoger beroep, artikel 285 Rv, niet van toepassing. Het hof concludeerde dat de vordering tot voeging op deze grond moest worden afgewezen.
In de beslissing heeft het hof de vordering tot voeging afgewezen en de beslissing over de kosten aangehouden tot het eindarrest in de hoofdzaak. Dit arrest is uitgesproken op 23 januari 2008 door de familiekamer van het Gerechtshof 's-Gravenhage, in aanwezigheid van de griffier.