ECLI:NL:GHSGR:2008:BC2836
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- M. Dusamos
- A. van Nievelt
- J. Milar
- Rechtspraak.nl
Toezegging tot doorbetaling kinderalimentatie als derdenbeding in het civiel recht
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 9 januari 2008 uitspraak gedaan in hoger beroep over de doorbetaling van kinderalimentatie. De jongmeerderjarige, verzoekster in hoger beroep, had in geschil met haar vader, verweerder in hoger beroep, of zij recht had op indexering van de alimentatie die haar vader aan haar moeder had betaald. De rechtbank had eerder de door de vader te betalen alimentatie vastgesteld op ƒ 275,- per maand, later aangepast naar € 272,26. De jongmeerderjarige stelde dat haar vader tijdens haar minderjarigheid had beloofd de alimentatie door te betalen na haar meerderjarigheid. De vader betwistte dit en verwees naar artikel 1:395b lid 1 BW, dat betrekking heeft op door de rechter vastgestelde alimentatie.
Het hof oordeelde dat de belofte van de vader aan de jongmeerderjarige aannemelijk was, gezien zijn eerdere betalingen en het feit dat hij zich aan de afspraak had gehouden. Het hof concludeerde dat er sprake was van een derdenbeding, waardoor de jongmeerderjarige recht had op nakoming van de belofte van haar vader. Het hof vernietigde de eerdere beschikking van de rechtbank en bepaalde dat de vader verplicht was om met ingang van 16 augustus 2003 een bijdrage van € 313,30 per maand te betalen voor de kosten van levensonderhoud en studie van de jongmeerderjarige, met wettelijke indexering.
De uitspraak benadrukt de verplichting van ouders om bij te dragen aan de kosten van levensonderhoud en studie van hun jongmeerderjarige kinderen, ongeacht hun eigen inkomsten of studiefinanciering. Het hof oordeelde dat de draagkracht van de vader niet ter discussie stond en dat hij in staat was om de vastgestelde bijdrage te voldoen. De beschikking werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het hof wees het overige verzoek in hoger beroep af.