ECLI:NL:GHSGR:2008:BC4348
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- M. van Leuven
- A. van Nievelt
- J. Punselie
- Rechtspraak.nl
Afwijzing vervangende toestemming tot erkenning van een minderjarige door de vader
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 23 januari 2008 uitspraak gedaan in hoger beroep over de erkenning van een minderjarige door zijn biologische vader. De vader, hierna te noemen de man, verzocht om vervangende toestemming voor de erkenning van zijn kind, dat bij de moeder woont. De moeder, hierna te noemen de moeder, en haar partner, alsook een bijzondere curator, waren belanghebbenden in deze procedure. De bijzondere curator had eerder in de procedure aangegeven dat zij een onderzoek door de raad voor de kinderbescherming noodzakelijk achtte om de belangen van het kind te waarborgen.
Het hof heeft in zijn beoordeling de belangen van zowel de moeder als het kind afgewogen. De moeder heeft aangegeven dat zij vreest dat de erkenning door de man haar relatie met het kind onder druk zal zetten. De man daarentegen stelde dat de erkenning geen negatieve invloed op de dagelijkse opvoeding van het kind zou hebben en dat hij enkel betrokken wil zijn bij belangrijke beslissingen in het leven van het kind.
Het hof heeft vastgesteld dat de moeder sinds de geboorte van het kind het gezag alleen uitoefent en dat er momenteel omgang is tussen de man en het kind. Echter, het hof concludeert dat de erkenning door de man de belangen van de moeder en het kind bij een ongestoorde verhouding zou kunnen schaden. Gezien de zorgen van de moeder over de invloed van de man op haar relatie met het kind, heeft het hof besloten om de verzoeken van de man af te wijzen en de bestreden beschikking te bekrachtigen. De beslissing is genomen met inachtneming van de gevoeligheid van de situatie en de belangen van alle betrokken partijen.