ECLI:NL:GHSGR:2008:BC4377
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- Fockema Andreae-Hartsuiker
- Van Leuven
- Bouritius
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake uithuisplaatsing van minderjarigen na verzoek van de William Schrikker Stichting
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering (WSS) tegen de beschikking van de kinderrechter in de rechtbank te Middelburg, waarin het verzoek tot verlenging van de uithuisplaatsing van twee minderjarigen werd afgewezen. De WSS had verzocht om de minderjarigen, geboren in 1992 en 1993, opnieuw uit huis te plaatsen, omdat de veiligheid in de thuissituatie niet gegarandeerd kon worden. De vader van de kinderen was veroordeeld voor seksueel misbruik en de WSS vreesde voor recidive. De ouders stelden echter dat zij de veiligheid van de kinderen konden waarborgen, onder andere door het naleven van een veiligheidsplan en het inschakelen van therapieën voor de vader.
Tijdens de zitting werd duidelijk dat de moeder bereid was haar relatie met de vader op te geven als dat nodig was voor de veiligheid van de kinderen. Het hof oordeelde dat de kinderrechter op goede gronden had beslist en dat er geen noodzaak meer was voor uithuisplaatsing, gezien het feit dat de minderjarigen sinds juni 2007 ieder weekend thuis waren en er geen incidenten waren voorgevallen. Het hof bekrachtigde de beschikking van de kinderrechter, waarmee de ouders in hun verzoek werden gesteund en de WSS in haar beroep werd afgewezen.
De uitspraak benadrukt het belang van de veiligheid van de minderjarigen en de verantwoordelijkheid van de ouders in het waarborgen daarvan. Het hof concludeerde dat de situatie in het gezin verbeterd was en dat de ouders de nodige stappen hadden ondernomen om de veiligheid van hun kinderen te waarborgen.