ECLI:NL:GHSGR:2008:BC4380
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- Fockema Andreae-Hartsuiker
- Van den Wildenberg
- Bouritius
- Rechtspraak.nl
Gezag en omgangsregeling ten aanzien van een kind met een vader in Marokko
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof 's-Gravenhage op 30 januari 2008, gaat het om de vraag van gezamenlijk gezag en omgangsregeling tussen een vader, die in Marokko verblijft, en zijn minderjarige kind. De vader, die in hoger beroep is gegaan, heeft een verblijfsvergunningprocedure in Nederland lopen. De moeder, die op een geheim adres verblijft, verzet zich tegen gezamenlijk gezag en heeft geen communicatie met de vader. Het hof oordeelt dat gezamenlijk gezag in het belang van het kind is, ondanks de afstand en communicatieproblemen. De vader heeft blijk gegeven van betrokkenheid en verantwoordelijkheid, en het hof ziet geen redenen voor een eenhoofdig gezag.
Het hof verwijst naar eerdere procedures en rapporten van de Raad voor de Kinderbescherming, die de wenselijkheid van gezamenlijk gezag en een omgangsregeling heeft onderzocht. De Raad heeft geadviseerd om het eenhoofdig gezag van de moeder in stand te houden, maar het hof is van mening dat de vader, ondanks zijn verblijf in Marokko, de mogelijkheid moet krijgen om zijn betrokkenheid te tonen. Het hof besluit de behandeling van de zaak aan te houden en verzoekt de Raad om opnieuw onderzoek te doen naar de omgangsregeling, waarbij de vader kan meewerken. De zaak wordt pro forma aangehouden tot 26 juli 2008.
De beslissing van het hof vernietigt de eerdere beschikking met betrekking tot de gezagsvoorziening en wijst het verzoek van de moeder om alleen met het gezag te worden belast af. Het hof heropent het onderzoek naar de omgangsregeling en houdt verdere beslissingen aan.