ECLI:NL:GHSGR:2008:BC4829
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- C.M. le Clercq-Meijer
- Rechtspraak.nl
Terugwijzing naar de politierechter wegens ongeldige oproeping van verdachte en raadsman
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 11 februari 2008 uitspraak gedaan in hoger beroep. De zaak betreft de geldigheid van de oproeping van de verdachte en zijn raadsman voor de zitting van de politierechter in de rechtbank Rotterdam op 17 april 2007. Tijdens de terechtzitting in hoger beroep is gebleken dat zowel de verdachte als zijn raadsman niet op de zitting van de politierechter zijn verschenen. De raadsman heeft aangevoerd dat hij en de verdachte geen oproeping hebben ontvangen, wat leidt tot de conclusie dat de oproeping nietig verklaard dient te worden. Het hof heeft overwogen dat, nu de verdachte en zijn raadsman niet zijn verschenen en de verdachte niet instemt met afdoening van de zaak in hoger beroep, de zaak terug moet worden gewezen naar de politierechter. Dit is in overeenstemming met artikel 423 lid 2 van het Wetboek van Strafvordering. Het hof heeft het vonnis waarvan beroep vernietigd en de zaak terugverwezen naar de politierechter in de rechtbank Rotterdam. De beslissing van het hof is gebaseerd op de twijfel over de geldigheid van de oproeping aan de raadsman, waarbij de enkele vermelding 'afschrift aan raadsman' op de oproeping niet voldoende werd geacht om aan te nemen dat de raadsman op de hoogte was van de zitting. Het hof heeft geoordeeld dat de oproeping aan de verdachte op de juiste wijze is betekend, maar dat er gerede twijfel bestaat over de oproeping van de raadsman.