ECLI:NL:GHSGR:2008:BC5641

Gerechtshof 's-Gravenhage

Datum uitspraak
4 maart 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
K07/0323
Instantie
Gerechtshof 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • A. van Gend
  • J. Verburg
  • M. Beelaerts van Blokland
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing beklag niet vervolgen dierentuin in Bokito-zaak

In deze zaak, die betrekking heeft op het beklag van klagers tegen het niet vervolgen van de beklaagde, een dierentuin, in de zogenaamde Bokito-zaak, heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 4 maart 2008 uitspraak gedaan. Klagers, vertegenwoordigd door hun advocaat mr. F.G.L. van Ardenne, dienden hun klacht in naar aanleiding van een incident op 18 mei 2007, waarbij de gorilla Bokito uit zijn verblijf ontsnapte en klagers in paniek raakten. De klagers voerden aan dat de beklaagde nalatig was in het waarborgen van de veiligheid van bezoekers, wat leidde tot hun emotionele en materiële schade.

De procedure begon met een aangifte door klager en klaagster bij de politie, waarna de officier van justitie besloot geen strafvervolging in te stellen, omdat de beklaagde voldeed aan de wettelijke vereisten en er geen opzet of schuld kon worden aangetoond. De advocaat-generaal adviseerde het hof om de klacht af te wijzen, wat op 16 januari 2008 in raadkamer werd behandeld. Klagers waren niet verschenen, maar hun advocaat hield vast aan de klacht.

Het hof concludeerde dat, hoewel er sprake was van een mogelijk strafbaar feit, er geen strafvervolging nodig was. De beklaagde had inmiddels maatregelen genomen om de veiligheid te verbeteren, waaronder de verbouwing van het gorillaverblijf. Het hof oordeelde dat er geen strafdoelen meer te behalen waren met een vervolging, aangezien de beklaagde al proactief had gehandeld om herhaling van het incident te voorkomen. Uiteindelijk werd het beklag afgewezen, met de overweging dat er geen rechtsmiddel openstond tegen deze beslissing.

Uitspraak

Volgnummer: K07/0323
GERECHTSHOF TE 'S-GRAVENHAGE
raadkamer
BESCHIKKING
gegeven naar aanleiding van het ter griffie van dit gerechtshof ingekomen schriftelijk beklag d.d. 20 juli 2007, op grond van artikel 12 van het Wetboek van Strafvordering, ingediend door:
[klager] en [klaagster],
klagers,
in deze zaak woonplaats kiezende ten kantore van hun raadsman mr. F.G.L. van Ardenne, advocaat en procureur, kantoor houdende Rotterdam,
wegens het niet vervolgen van een of meer strafbare feiten, die ten opzichte van hen zouden zijn begaan door
[beklaagde ],
beklaagde.
HET VERLOOP VAN DE PROCEDURE
1. Klager [klager] heeft -mede namens klaagster [klaagster]- op 29 mei 2007 bij de politie aangifte gedaan tegen beklaagde terzake van overtreding van artikel 425 lid 2 van het Wetboek van Strafrecht.
2. Naar aanleiding daarvan heeft de politie een onderzoek ingesteld, waarvan proces-verbaal is opgemaakt.
Dit proces-verbaal bevindt zich bij de stukken.
3. De officier van justitie te Rotterdam heeft besloten terzake van dat feit geen strafvervolging tegen beklaagde te zullen instellen, op grond dat
beklaagde een vergunning heeft verkregen van de minister van Landbouw, Natuur en Visserij en derhalve voldeed aan de wettelijke verplichtingen;
dat beklaagde er redelijkerwijs, uitgaande van de beschouwingen van deskundigen, geen rekening mee hoefde te houden dat een gorilla diep te water zou gaan en/of over een sloot zou springen;
dat het agressieve gedrag van Bokito, culminerend in het incident van 18 mei 2007, mede veroorzaakt is door gedrag van één of meerdere bezoekers die hierover zijn aangesproken door verschillende medewerkers van de dierentuin.
Van deze beslissing is de raadsman van klagers bij brief van 2 juli 2007 in kennis gesteld en tegen deze beslissing is de klacht dan ook gericht.
4. Na raadpleging van de betrokken hoofdofficier van justitie te Rotterdam heeft de advocaat-generaal bij dit hof mr. Den Hollander in zijn verslag gedateerd 28 november 2007 het hof in overweging gegeven de klacht af te wijzen.
5. Het hof heeft op 16 januari 2008 het klaagschrift in raadkamer behandeld. Aldaar is namens klagers mr. M. Molendijk gehoord en is namens de beklaagde [vertegenwoordiger beklaagde] gehoord.
Klagers zijn, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet in raadkamer verschenen.
Namens beklaagde zijn [vertegenwoordiger beklaagde], [ en twee andere personen] verschenen.
6. Namens klagers is desgevraagd verklaard dat zij wensen te volharden bij hun klacht.
7. De advocaat-generaal mr. Den Hollander heeft in raadkamer -overeenkomstig zijn schriftelijk verslag- geconcludeerd tot afwijzing van het beklag.
BEOORDELING VAN HET BEKLAG
8. Uit de stukken en bij de behandeling in raadkamer is -voorzover thans nog van belang- het navolgende gebleken:
Op 18 mei 2007 bevonden klagers zich met hun twee jonge kinderen in de [beklaagde ] in de speeltuin, nabij het restaurant [X] en nabij het buitenverblijf van de gorilla's. Op enig moment kwam klaagster [klaagster] naar klager [klager] toe en zij deelde hem mede dat er een gorilla ontsnapt was en dat zij weg moesten gaan. Klager [klager] zag dat andere aanwezigen in paniek raakten. Hierop zijn klager en klaagster met hun kinderen en vele andere bezoekers het restaurant [X] in gevlucht. Klager [klager] heeft de glazen toegangsdeur van het restaurant gesloten. Vervolgens hoorde klager een knal, zag hij dat de glazen deur van het restaurant kapot was en stond hij plots oog in oog met de ontsnapte gorilla. De gorilla stond op een afstand van ongeveer twee meter van klager en zijn zoontje. Klager zag dat de andere mensen, onder wie zijn vrouw en dochtertje die ook in het restaurant aanwezig waren, richting de keuken renden. Klager was verstijfd van schrik. Vervolgens liep de gorilla weg en zijn klager [klager] en zijn zoontje weggevlucht.
Na ongeveer vijftien minuten zijn klager, klaagster en hun twee kinderen herenigd. Tot op heden zijn een zwarte heuptas met daarin een fototoestel, welke tas en fototoestel klager bij zich had en in de paniek tijdens de uitbraak van de gorilla is kwijtgeraakt, niet teruggevonden.
Namens beklaagde is [vertegenwoordiger beklaagde] in raadkamer gehoord. Hij heeft als volgt verklaard.
Op 18 mei 2007 is de mannetjesgorilla Bokito uit zijn buitenverblijf -het gorilla-eiland- ontsnapt. De [beklaagde ] betreurt dit ten zeerste. Dit had niet mogen gebeuren. De Diergaarde is van mening dat de diergaarde niet verwijtbaar nalatig is geweest. De [beklaagde ] was van mening dat het buitenverblijf van de gorilla's adequaat was.
Mensapen staan er om bekend dat zij niet kunnen zwemmen en in water dat dieper dan 0,5 a 0,6 meter is, verdrinken. De natte gracht om het buitenverblijf van de gorilla's in [beklaagde ] was op het diepste punt 1,06 meter diep. Het komt wel voor dat mensapen in het water pootje baden en bijvoorbeeld in het water voedsel zoeken. Mensapen zullen echter nooit diep het water in gaan omdat ze dan zullen verdrinken.
Het klopt dat de natte gracht om het buitenverblijf van de gorilla's niet voldeed aan de richtlijn. Die richtlijn stelt dat een natte gracht om een gorillaverblijf minstens zes meter breed moet zijn, waar de natte gracht om het gorillaverblijf in [beklaagde ] vier a vijf meter breed was. Deze richtlijn was echter geen wettelijke norm. Na de uitbraak van Bokito is er overleg geweest met andere dierentuinen. Al deze dierentuinen waren de mening toegedaan dat een natte gracht een adequate afscheiding is tussen een verblijf voor gorilla's en het publiek. Bokito verbleef al sinds ongeveer negen maanden zonder problemen in dit buitenverblijf.
De gorilla Bokito is niet over de gracht heen gesprongen. Bokito is in de gracht gesprongen en is aan de publiekszijde van de gracht uit het water geklommen. Het is nooit eerder gebeurd dat een gorilla dit heeft gedaan.
Bokito is een bijzondere gorilla aangezien hij door mensen is grootgebracht. De normale gang van zaken als een gorillajong om wat voor reden dan ook niet bij de gorillamoeder kan blijven is dat dit jong naar een opvang in Stuttgart gaat en daar ongeveer een jaar door mensen wordt grootgebracht. Na dat jaar wordt de jonge gorilla zo snel mogelijk in een groep soortgenoten geplaatst. Bokito is echter gedurende zeven jaren door mensen grootgebracht.
Het klopt dat Bokito in de dierentuin in Berlijn waar hij verbleef voordat hij naar de [beklaagde ] kwam ook al twee keer uit zijn buitenverblijf was ontsnapt. Die beide keren heeft Bokito zich tijdens die ontsnapping echter niet agressief gedragen en is hij zonder problemen aan de hand van zijn verzorger terug naar zijn verblijf meegelopen.
Bokito is de zesde of zevende gorilla die -na door mensen te zijn grootgebracht- in de [beklaagde ] in een gorillagroep is opgenomen.
Er zijn voorheen sinds Bokito in de [beklaagde ] verblijft nooit problemen geweest met Bokito. Wel was er opgemerkt dat Bokito zich anders begon te gedragen sinds een andere groep gorilla's van de [beklaagde ] naar een dierentuin in China was overgeplaatst. In die overgeplaatste groep gorilla's zat ook een gorillamannetje, een zogenaamde zilverrug. Sinds het vertrek van die zilverrug naar China, is Bokito zich agressiever gaan gedragen. Ook bleek Bokito sterk te reageren op zijn verzorgers en op vaste bezoekers van de diergaarde. Deze vaste bezoekers kwamen vaak speciaal voor Bokito naar de dierentuin en ze zochten dan contact met Bokito. Na het signaleren van die verandering in het gedrag van Bokito, zijn we binnen de [beklaagde ] tot de afspraak gekomen om het gedrag van Bokito te gaan monitoren. Echter voordat we hieraan konden beginnen, is Bokito op 18 mei 2007 uit zijn buitenverblijf ontsnapt.
Inmiddels is het buitenverblijf van de gorilla's grondig aangepakt en verbouwd. Deze verbouwing heeft ongeveer € 600.000,- gekost. Er is nu niet meer een natte gracht die de gorilla's van het publiek scheidt, maar een scheiding middels een wand van 5,5 meter hoog. We kunnen echter niet garanderen dat het nu voor de gorilla's absoluut onmogelijk is om uit dit buitenverblijf te ontsnappen. Wel gaan we er van uit dat het in dit nieuwe verblijf voor de gorilla's niet mogelijk zal zijn om te ontsnappen. Ook het binnenverblijf van de gorilla's is inmiddels aangepast.
We hebben binnen de [beklaagde ] al hetgeen binnen ons vermogen lag gedaan om de mensen die getuige zijn geweest van de ontsnapping van Bokito op te vangen. Mensen van wie spullen zijn kwijtgeraakt op 18 mei 2007 hebben we doorverwezen naar onze verzekeringsmaatschappij. Al de ingediende verzoeken tot vergoeding van geleden materiële schade zijn inmiddels afgehandeld. Ik kan mij niet herinneren dat klagers op de lijst stonden van mensen die verzoeken tot vergoeding van materiële schade hebben ingediend. Het staat klagers vrij om alsnog een verzoek tot vergoeding van geleden materiële schade in te dienen teneinde een vergoeding te krijgen voor de zoekgeraakte spullen.
9. Op grond van de stukken lijkt voorshands aannemelijk dat ten deze sprake is van een door beklaagde begaan strafbaar feit, waar immers schuld of opzet geen delictsvereiste is.
Gelet op de context waarin vorenbedoeld feit zich heeft afgespeeld en mede in aanmerking genomen dat er naar het oordeel van het hof geen strafdoeleinden zijn die met een strafvervolging van beklaagde gediend zullen worden, acht het hof het alsnog bevelen van een strafvervolging van beklaagde niet opportuun.
Als beoogde strafdoeleinden in dit beklag zijn namens klagers in raadkamer aangevoerd de vergelding en de generale en speciale preventie. Naar het oordeel van het hof speelt het strafdoel van de vergelding geen rol van betekenis indien het begane strafbare feit een overtreding betreft zoals in het onderhavige beklag het geval is.
Ten aanzien van de generale preventie is het hof van oordeel dat onomstreden is dat incidenten als het onderhavige niet behoren te kunnen gebeuren en dat alle dierentuinen de norm dat gevaarlijke dieren onschadelijk gehouden dienen te worden onderschrijven. Aldus behoeft die norm niet opnieuw ingeprent te worden. Ten aanzien van de speciale preventie is het hof van oordeel dat de beklaagde reeds diverse maatregelen heeft genomen teneinde -voorzover mogelijk- een nieuwe uitbraak van een
gorilla te voorkomen. Zo heeft beklaagde het buitenverblijf aangepast door de natte gracht te vervangen door een hoge muur en het binnenverblijf is aangepast door ramen van dit verblijf te blinderen om onder meer te voorkomen dat bezoekers van de [beklaagde ] proberen (oog)contact te maken met de gorilla's, op welke (oog)contact met name de gorilla Bokito agressief reageerde.
Aldus is het hof van oordeel dat de strafvervolging van beklaagde geen toegevoegde waarde zal hebben nu er maatschappelijk gezien in redelijkheid geen na te streven strafdoel is.
10. Het vorenstaande leidt tot de conclusie dat het beklag dient te worden afgewezen.
BESLISSING
Het hof:
Wijst het beklag af.
Aldus gedaan door
mrs. Van Gend, Verburg en Beelaerts van Blokland,
in tegenwoordigheid van de griffier mr. Commandeur,
op 4 maart 2008.
Deze beschikking is door de voorzitter en de griffier ondertekend.
Tegen deze beslissing staat geen gewoon rechtsmiddel open.