ECLI:NL:GHSGR:2008:BC8845

Gerechtshof 's-Gravenhage

Datum uitspraak
19 maart 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
886-H-07
Instantie
Gerechtshof 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • Kamminga
  • Dusamos
  • Van der Burght
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Echtscheiding en alimentatie in hoger beroep na eerdere ontbinding van huwelijk

In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 19 maart 2008 uitspraak gedaan in hoger beroep over de echtscheiding tussen de man en de vrouw. De man, verzoeker in hoger beroep, was niet verschenen op de zitting, terwijl de vrouw werd bijgestaan door haar procureur. De zaak betreft een hoger beroep tegen een beschikking van de rechtbank te 's-Gravenhage van 11 april 2007, waarin de echtscheiding was uitgesproken en alimentatie van € 550,- per maand was vastgesteld. De man verzocht om vernietiging van deze beschikking en om terugbetaling van de reeds betaalde alimentatie, met als argument dat een tweede scheiding van hetzelfde huwelijk niet mogelijk is, aangezien zij eerder op 11 juni 1985 waren gescheiden.

De vrouw voerde aan dat de man geen belang had bij het hoger beroep, omdat het eerdere vonnis niet was ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand, waardoor het zijn kracht had verloren. Het hof heeft de feiten van de eerste aanleg bevestigd en vastgesteld dat het huwelijk op 3 februari 1986 was ontbonden door inschrijving van het vonnis. Het hof oordeelde dat de man voldoende aannemelijk had gemaakt dat het huwelijk reeds was ontbonden en dat de stelling van de man dat een tweede scheiding niet mogelijk is, gegrond was.

Hierdoor heeft het hof de bestreden beschikking vernietigd en het verzoek van de vrouw afgewezen. De proceskosten in hoger beroep werden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. De uitspraak is gedaan door de rechters Kamminga, Dusamos en Van der Burght, met mr. Steenks als griffier.

Uitspraak

GERECHTSHOF ‘s-GRAVENHAGE
Familiesector
Uitspraak : 19 maart 2008
Rekestnummer. : 886-H-07
Rekestnr. rechtbank : FA RK 06-5226
[de man],
wonende te ‘[woonplaats],
verzoeker in hoger beroep,
hierna te noemen: de man,
procureur mr. E. Grabandt,
tegen
[de vrouw],
wonende te [woonplaats],
verweerster in hoger beroep,
hierna te noemen: de vrouw,
procureur mr. P.A.M. Perquin.
PROCESVERLOOP IN HOGER BEROEP
De man is op 2 juli 2007 in hoger beroep gekomen van een beschikking van de rechtbank te ‘s-Gravenhage van 11 april 2007.
De vrouw heeft op 10 augustus 2007 een verweerschrift ingediend.
Van de zijde van de man zijn bij het hof op 18 juli 2007 en 1 augustus 2007 aanvullende stukken ingekomen.
Op 8 februari 2008 is de zaak mondeling behandeld. Verschenen zijn: de advocaat van de man, mr. J.A.W. Enoch, en de vrouw, bijgestaan door haar procureur. De man is, hoewel daartoe behoorlijk opgeroepen, niet verschenen.
De aanwezigen personen hebben het woord gevoerd.
HET PROCESVERLOOP IN EERSTE AANLEG EN VASTSTAANDE FEITEN
Voor het procesverloop en de beslissing in eerste aanleg verwijst het hof naar de bestreden beschikking van de rechtbank te ‘s-Gravenhage. Bij die beschikking is tussen partijen de echtscheiding uitgesproken en is onder meer en uitvoerbaar bij voorraad de door de man te betalen alimentatie ten behoeve van de vrouw, met ingang van de dag dat de echtscheidingsbeschikking is ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand, bepaald op € 550,- per maand.
Het hof gaat uit van de door de rechtbank vastgestelde feiten, voor zover daar in hoger beroep geen grief tegen is gericht.
BEOORDELING VAN HET HOGER BEROEP
1. In geschil is de tussen partijen uitgesproken echtscheiding.
2. De man verzoekt de bestreden beschikking te vernietigen, en, opnieuw beschikkende, te bepalen de reeds betaalde alimentatiebedragen aan de man te retourneren. De vrouw bestrijdt zijn beroep.
3. De man heeft een grief aangevoerd tegen de bestreden beschikking. Hij stelt dat niet een tweede keer gescheiden kan worden van een en hetzelfde huwelijk, gesloten op 12 augustus 1972 in de Indonesische ambassade te ’s-Gravenhage, nu partijen immers reeds bij vonnis van de rechtbank te ’s-Gravenhage op 11 juni 1985 gescheiden zijn en welke op 3 februari 1986 is ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand te ’s-Gravenhage.
4. De vrouw stelt dat de man geen belang heeft bij het door hem ingestelde hoger beroep, daar het vonnis van 11 juni 1985 niet is ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand, zodat het vonnis ingevolge het bepaalde in artikel 1:163 lid 3 na het verstrijken van de daarin gestelde termijn haar kracht verliest.
5. Het hof overweegt als volgt. Uit de overgelegde stukken en het verhandelde ter zitting is het volgende gebleken. Bij vonnis van de rechtbank te ‘s-Gravenhage van 11 juni 1985, gewezen onder rolnummer 85/247, is tussen partijen de echtscheiding uitgesproken. Het huwelijk is, door inschrijving van het vonnis in de registers van de burgerlijke stand, op 3 februari 1986 ontbonden. Het hof is van oordeel dat de man voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat het huwelijk van partijen reeds is ontbonden op 3 februari 1986. De stelling van de man dat niet een tweede keer gescheiden kan worden van een en hetzelfde huwelijk treft dan ook doel.
6. Het bovenstaande leidt ertoe dat de bestreden beschikking dient te worden vernietigd en het inleidend verzoek van de vrouw alsnog dient te worden afgewezen.
7. Het hof ziet geen reden, zoals door de man is verzocht, om de vrouw te veroordelen in de kosten van het geding in hoger beroep. Het hof zal dat verzoek derhalve afwijzen.
BESLISSING OP HET HOGER BEROEP
Het hof:
vernietigt de bestreden beschikking voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen, en opnieuw beschikkende:
wijst het inleidend verzoek van de vrouw af;
compenseert de proceskosten in hoger beroep in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt;
wijst het in hoger beroep meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is gegeven door mrs. Kamminga, Dusamos en Van der Burght, bijgestaan door mr. Steenks als griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 19 maart 2008.