ECLI:NL:GHSGR:2008:BD0276
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- M. Mos-Verstraten
- A. van Leuven
- J. van der Kuijl
- Rechtspraak.nl
Einde gezamenlijk gezag na scheiding door onaanvaardbaar risico voor het kind
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 2 april 2008 uitspraak gedaan in hoger beroep over het ouderlijk gezag van de minderjarige [de minderjarige], geboren op 5 oktober 2000. De moeder, verzoekster in hoger beroep, heeft het hof verzocht om alleen het ouderlijk gezag over [de minderjarige] te verkrijgen, omdat de vader, die in het buitenland woont, niet bereikbaar is en geen kinderalimentatie betaalt. De vader, verweerder in hoger beroep, heeft verzocht de bestreden beschikking van de rechtbank te bekrachtigen. De rechtbank had eerder het verzoek van de moeder afgewezen, omdat er volgens de rechtbank regelmatig contact tussen de ouders zou zijn.
Het hof heeft vastgesteld dat er ernstige communicatieproblemen bestaan tussen de ouders en dat de vader moeilijk te bereiken is. Dit kan problematisch zijn in dringende situaties, zoals medische noodgevallen. Het hof heeft ook opgemerkt dat de vader sinds de echtscheiding geen financiële bijdrage heeft geleverd en weinig initiatief toont voor een omgangsregeling. Gezien deze omstandigheden heeft het hof geoordeeld dat het gezamenlijk gezag een onaanvaardbaar risico voor [de minderjarige] met zich meebrengt.
Daarom heeft het hof de bestreden beschikking vernietigd en bepaald dat het gezag over [de minderjarige] voortaan alleen aan de moeder toekomt. Deze beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de moeder onmiddellijk het gezag kan uitoefenen, ongeacht eventuele verdere rechtsmiddelen die de vader zou kunnen aanwenden.