2. Het gaat in dit geding, zakelijk weergegeven en voorzover thans van belang, om het volgende.
(i) BTSW en (de rechtsvoorgangster van) FXY hebben op 17 december 2004 een franchise/vestigingsovereenkomst (verder: de overeenkomst) gesloten. Deze overeenkomst voorziet in een opzeggingsmogelijkheid met een opzeggingstermijn van tenminste zes maanden (art. 13).
(ii) FXY heeft bij brief van 26 oktober 2007 de overeenkomst opgezegd tegen 26 april 2008.
(iii) FXY heeft bij brief van 26 november 2007 (prod. 8 inl. dagv) de overeenkomst gedeeltelijk ontbonden, namelijk ten aanzien van het gedeelte dat betrekking heeft op de zakelijke activiteiten en toekomstige, nog niet door FXY bij BTSW aangebrachte opdrachten. FXY heeft daartoe aangevoerd dat BTSW in strijd heeft gehandeld met de overeenkomst (art. 4.2 onder b) door FXY geen voorrang te verlenen bij de feitelijke uitvoering van door FXY verworven opdrachten, te weten VUmc en Politie Kennemerland).
(iv) BTSW heeft vervolgens FXY in kort geding gedagvaard voor de voorzieningenrechter in de rechtbank Middelburg, waarbij BTSW heeft gevorderd om FXY, bij uitvoerbaar bij voorraad verklaard vonnis, op straffe van een dwangsom te verbieden om gedurende de looptijd van de overeenkomst overeenkomsten te sluiten met zakelijke opdrachtgevers en/of hen daartoe te benaderen en/of hen daartoe te bewegen,.
(v) FXY heeft in dit kort geding verweer gevoerd en heeft in reconventie gevorderd, uitvoerbaar bij voorraad, veroordeling van BTSW tot (A) betaling van opeisbare facturen tot een bedrag van € 96.912,06 (verder: facturen A), en (B) betaling van na 21 januari 2008 opeisbare facturen ad € 2.782,70 (verder: facturen B).
(vi) De voorzieningenrechter heeft bij het thans bestreden vonnis de vordering in conventie toegewezen, alsmede vordering A in reconventie. Het vonnis is niet uitvoerbaar bij voorraad verklaard.
(vii) Bij brieven van 22 en 25 januari 2008 heeft FXY BTSW (onder meer) in gebreke gesteld en gesommeerd om tot betaling van de per 21 januari 2008 opeisbare facturen B over te gaan (prod. 5 en 6 in hoger beroep).
(viii) Bij brief van 29 januari 2008 (prod. 7 in hoger beroep) is BTSW door FXY opnieuw in gebreke gesteld en gesommeerd tot betaling van de facturen A en B over te gaan. Tevens heeft FXY in deze brief aangegeven dat BTSW evenmin aan de aanmaning heeft voldaan om de door FXY aangeboden offertes binnen de gebruikelijke termijn te accorderen. BTSW is daarbij opnieuw gesommeerd om tot onmiddellijke accordering over te gaan, bij gebreke waarvan FXY zich alle rechten voorbehoudt. Tevens heeft FXY aangegeven de hierdoor veroorzaakte schade te zullen verhalen op BTSW.
(ix) Bij aangetekende brief van 30 januari 2008 (prod. 8 in hoger beroep) heeft FXY de overeenkomst buitengerechtelijk ontbonden wegens wanprestatie van BTSW. In deze brief heeft zij aangegeven dat deze ontbinding volgens haar primair betrekking heeft op het op 26 november 2007 nog niet ontbonden deel van de overeenkomst (dus op het deel dat op de klinische praktijk ziet). Voorzover nodig heeft zij de overeenkomst toen in haar geheel ontbonden (dus opnieuw ook ten aanzien van de zakelijke klanten).