2. Het gaat in dit geding, voorzover thans nog van belang, zakelijk weergegeven om het volgende.
(i) [de werknemer] is op 26 augustus 2002 in dienst getreden bij Koolwijk Logistics als warehouse medewerker. Later is hij voorman geworden. Zijn werkzaamheden omvatten het werken met een heftruck en een wikkelmachine. In de loop van 2006 is hij overgeplaatst naar een Koolwijk-vestiging in Moerdijk.
(ii) [de werknemer] heeft een brief d.d. 13 juli 2006 ontvangen met als het briefhoofd Koolwijk Moerdijk B.V. (verder: Koolwijk Moerdijk), Transportstraat 2, Postbus 91 2860 AB Bergambacht, met telefoon- en faxnummer, alsmede E-mail: info@koolwijk-logistics.com en WWW.Koolwijk-logistics.com. Deze brief is ondertekend door [de leidinggevende] (verder: [de leidinggevende]).
Blijkens deze brief werd [de werknemer] op staande voet ontslagen, kort gezegd, wegens de dag daarvoor gebleken drugsgebruik in combinatie met disfunctioneren en meer in het bijzonder een aantal incidenten waarvoor hij meermalen mondeling en schriftelijk was gewaarschuwd (onder meer met dreiging van een ontslag op staande voet). De brief maakt melding van een ernstig drugsprobleem bij [de werknemer] , afwezigheid van de werkplek, slapen op een heftruck, dit met alle risico’s van dien, de hardnekkige weigering om aan redelijke opdrachten te voldoen en veronachtzaming van zijn leidinggevende functie.
(iii) Bij brief van 31 juli 2006, gericht aan Koolwijk Bergambacht B.V. en verzonden naar het onder 2(ii) genoemde postbusnummer, heeft [de werknemer] zich beroepen op de nietigheid van het ontslag, stellende dat er geen dringende reden voor ontslag op staande voet was. Daarbij heeft hij aanspraak gemaakt op doorbetaling loon.
Verder heeft hij in deze brief aangegeven wegens arbeidsongeschiktheid niet in staat te zijn werkzaamheden te verrichten en heeft hij verzocht hem ziek te melden bij het UWV en de bedrijfsarts. [de werknemer] heeft tevens aangegeven zich beschikbaar te houden voor de overeengekomen werkzaamheden zodra hij hersteld is.
(iv) [de werknemer] heeft in de brief van 31 juli 2006 erkend psychische problemen en een drugsprobleem te hebben en cocaïne te gebruiken. Hij heeft ontkend drugs in werktijd gebruikt te hebben. Ook heeft [de werknemer] aangegeven al enige tijd te kampen te hebben met psychische en lichamelijke klachten en op de wachtlijst voor een afkickkliniek te staan.
(v) In de periode na het ontslag heeft [de werknemer] enige tijd op uitzendbasis gewerkt. Sinds zomer 2007 heeft hij vast werk (als internationaal vrachtwagenchauffeur).
(vi) Niet lang na het ontslag is [de werknemer] enige tijd (naar zijn zeggen een week) opgenomen geweest in een afkickkliniek.
(vii) Met ingang van 13 november 2006 is de arbeidsovereenkomst, voorzover vereist, door de rechtbank ontbonden (wegens gewichtige reden).