ECLI:NL:GHSGR:2008:BD6174
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- Husson
- Mos-Verstraten
- Bos
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard wegens te late indiening
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 18 juni 2008 uitspraak gedaan in hoger beroep. De man, verzoeker in hoger beroep, had op 14 december 2007 hoger beroep ingesteld tegen een beschikking van de rechtbank Rotterdam van 25 mei 2007. Deze beschikking was op 15 oktober 2007 aan de man betekend. De gemeente Rotterdam, verweerster in hoger beroep, had op 13 mei 2008 een verweerschrift ingediend. De zaak is op 4 juni 2008 mondeling behandeld, waarbij de man niet is verschenen, ondanks een behoorlijke oproeping. De advocaat van de man, mr. G.R. Stolk, en de vertegenwoordiger van de gemeente, de heer J.P.M.M. Petit, waren wel aanwezig.
Het hof heeft vastgesteld dat de man in eerste aanleg als belanghebbende is aangemerkt en dat aan hem een afschrift van de bestreden beschikking is verzonden. Volgens artikel 806 lid 1 onder a van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) geldt voor het indienen van een hoger beroepschrift een termijn van drie maanden, te rekenen vanaf de dag van de bestreden uitspraak. Deze termijn liep af op 27 augustus 2007. Aangezien de man pas op 14 december 2007 hoger beroep heeft ingesteld, is het hof van oordeel dat het hoger beroep niet tijdig is ingesteld.
Daarom heeft het hof de man niet-ontvankelijk verklaard in zijn hoger beroep. Deze beslissing is genomen in het kader van de ontvankelijkheid van het hoger beroep, waarbij de procedurele aspecten van belang zijn. De uitspraak benadrukt het belang van tijdige indiening van hoger beroepschriften en de gevolgen van het niet naleven van de wettelijke termijnen.