ECLI:NL:GHSGR:2008:BD7961
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- A. van Leuven
- H. Husson
- M. van der Kuijl
- Rechtspraak.nl
Inschrijving geboorteakte en familierechtelijke betrekkingen van minderjarige
In deze zaak gaat het om de inschrijving van de geboorteakte van een minderjarige, geboren in 1994, en de vraag of er familierechtelijke betrekkingen bestaan tussen de minderjarige en de verzoeker, de man. De man, die optreedt als wettelijk vertegenwoordiger van de minderjarige, heeft in hoger beroep de beslissing van de rechtbank aangevochten die de inschrijving van de geboorteakte had afgewezen. De rechtbank oordeelde dat de geboorteakte die in geding is, de eerst opgemaakte akte betreft, terwijl de man stelt dat er een eerdere geboorteakte uit 1994 bestaat die vernietigd is door een Nederlandse ambtenaar in het buitenland. De man betoogt dat de rechtbank ten onrechte heeft overwogen dat de familierechtelijke betrekkingen pas na de opmaak van de vervangende akte in 2004 zijn ontstaan.
De ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente 's-Gravenhage, die als verweerder optreedt, stelt dat de rechtsgeldigheid van de geboorteakte niet kan worden vastgesteld zonder bewijs van de familierechtelijke betrekkingen. De rechtbank heeft geoordeeld dat de man niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij betrokken is geweest bij de zwangerschap of de opvoeding van de minderjarige. De Advocaat-generaal heeft in zijn conclusie de grieven van de verzoekers ongegrond verklaard en bevestigd dat er geen bewijs is voor de stelling dat de geboorteakte uit 1994 bestaat.
Het hof heeft de zaak beoordeeld en is van oordeel dat de rechtbank op goede gronden heeft beslist tot afwijzing van het verzoek om de geboorteakte in te schrijven. Het hof concludeert dat de man niet heeft aangetoond dat er voor 2004 familierechtelijke betrekkingen zijn ontstaan en dat de rechtbank bevoegd was om te beslissen over de inschrijving van de geboorteakte. De beslissing van de rechtbank wordt bekrachtigd.