ECLI:NL:GHSGR:2008:BD8463
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- M. Mos-Verstraten
- A. van Nievelt
- J. van Wijk
- Rechtspraak.nl
Kostenveroordeling deskundigenonderzoek in familierechtelijke procedure
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 25 juni 2008 uitspraak gedaan in hoger beroep betreffende de kostenveroordeling van een deskundigenonderzoek (DNA) in een familierechtelijke procedure. De moeder, verzoekster in hoger beroep, was eerder door de rechtbank 's-Gravenhage veroordeeld in de kosten van het deskundigenonderzoek dat op 5 maart 2007 was bevolen. De rechtbank had bepaald dat het ten laste van 's Rijks kas betaalde deel van de kosten voorlopig aan de moeder in debet zou worden gesteld, en had de beslissing over de proceskosten aangehouden tot 1 juli 2007.
De moeder ging op 1 oktober 2007 in hoger beroep tegen de beschikking van de rechtbank van 2 juli 2007. De bijzonder curator, die de minderjarige vertegenwoordigde, diende op 22 oktober 2007 een verweerschrift in. Tijdens de mondelinge behandeling op 25 april 2008 waren zowel de moeder als de bijzonder curator aanwezig. De moeder verzocht het hof om de kostenveroordeling te vernietigen en te bepalen dat deze kosten door de griffier voldaan zouden moeten worden ten laste van 's Rijks kas. De bijzonder curator steunde dit verzoek en verwees naar een eerdere uitspraak van het hof waarin een vergelijkbare situatie was behandeld.
Het hof oordeelde dat de rechtbank terecht het deskundigenonderzoek had bevolen, omdat er onvoldoende feiten waren om het vaderschap vast te stellen zonder DNA-onderzoek. De moeder had niet aannemelijk gemaakt dat het onderzoek overbodig was, en de verklaringen van getuigen waren niet voldoende om het vaderschap vast te stellen. Het hof concludeerde dat de moeder de kosten van het onderzoek moest dragen, en dat de stelling dat de Staat de kosten zou moeten betalen in geval van gebrek aan draagkracht, geen steun vond in het recht. De beschikking van de rechtbank werd bekrachtigd, en het hof benadrukte dat de voorlopige debetstelling van de kosten aan de moeder was bedoeld om het salaris van de deskundige te waarborgen, niet om de partij die niet kon betalen te beschermen.