ECLI:NL:GHSGR:2008:BD8769
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- K.I. de Jong
- H.P.Ch. van Dijk
- A.G. Beets
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep niet-ontvankelijkheid schuldsaneringsregeling
In deze zaak hebben appellanten hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de Rechtbank 's-Gravenhage, waarin hun verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling niet ontvankelijk werd verklaard. De rechtbank oordeelde dat de verklaringen, zoals bedoeld in artikel 285 van de Faillissementswet (Fw), niet volledig waren, omdat er geen minnelijk traject was opgestart. Appellanten betwisten deze conclusie en stellen dat de Stadsbank te [Plaatsnaam] wel degelijk een minnelijk traject heeft gestart, maar dat dit mislukt is door het ontbreken van overeenstemming met de crediteuren.
Het hof heeft de ontvankelijkheid van appellanten in hun hoger beroep beoordeeld aan de hand van de relevante artikelen uit de Faillissementswet. Artikel 360 Fw stelt dat tegen beslissingen van de rechter, gegeven ingevolge titel III Fw, geen hogere voorziening openstaat, tenzij anders bepaald. Artikel 292 lid 3 Fw biedt de schuldenaar de mogelijkheid om binnen acht dagen na de uitspraak in hoger beroep te komen tegen de afwijzing van het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling. Het hof concludeert dat het gesloten stelsel van de Faillissementswet geen mogelijkheid biedt om in hoger beroep te komen tegen een niet-ontvankelijkheidverklaring, zoals in dit geval.
De appellanten hebben geen overtuigende argumenten aangedragen die rechtvaardigen dat zij ondanks het appelverbod ontvankelijk verklaard moeten worden. Het hof oordeelt dat de rechtbank op juiste gronden artikel 287 lid 2 Fw heeft toegepast en dat de appellanten niet ontvankelijk verklaard dienen te worden in hun hoger beroep. Het arrest is gewezen op 24 juni 2008 en is uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.