ECLI:NL:GHSGR:2008:BF1281
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- M.C.M. van Dijk
- M.A.F. Tan – de Sonnaville
- R. van der Vlist
- Rechtspraak.nl
Huurprijsvaststelling en onverschuldigde betaling in hoger beroep
In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Gravenhage diende, ging het om een hoger beroep van Corio Nederland Retail B.V. tegen twee vonnissen van de rechtbank Dordrecht. De zaak betreft een huurovereenkomst voor bedrijfsruimte in het winkelcentrum Sterrenburg te Dordrecht, waarbij Corio als verhuurster een hogere huurprijs vorderde en Laurus Nederland B.V. als huurster een lagere huurprijs met terugbetaling van teveel betaalde huurpenningen. De rechtbank had eerder een deskundigenrapport van de bedrijfshuuradviescommissie (Bhac) in het leven geroepen, dat adviseerde de huurprijs te verlagen. Corio was het niet eens met de beslissing van de rechtbank en voerde in hoger beroep vijf grieven aan, die voornamelijk betrekking hadden op de vergelijkingspanden die door de Bhac waren gebruikt en de methodologie van de huurprijsbepaling.
Het hof oordeelde dat de grieven van Corio faalden. Het hof bevestigde dat de Bhac in redelijkheid de vergelijkingspanden had gekozen en dat de argumenten van Corio niet voldoende onderbouwd waren. Het hof wees erop dat de verschillen tussen de winkelcentra niet zo groot waren dat de Bhac niet in redelijkheid het pand aan het Van Oldebarneveldplein had mogen betrekken in de vergelijking. Ook de stelling van Corio dat de Bhac ten onrechte op jaren in plaats van maanden had gebaseerd, werd verworpen. Het hof concludeerde dat er geen aanleiding was om het vonnis van de rechtbank te vernietigen en verklaarde Corio niet-ontvankelijk in haar hoger beroep tegen eerdere vonnissen.
In het incidenteel appel van Laurus, dat zich richtte tegen de afwijzing van de gevorderde wettelijke rente, werd eveneens geoordeeld dat de grief faalde. Het hof bevestigde dat er geen verzuim was zonder ingebrekestelling, waardoor Laurus ook in dit aspect in het ongelijk werd gesteld. Het hof bekrachtigde het vonnis van de rechtbank en veroordeelde Corio in de kosten van het principaal appel en Laurus in de kosten van het incidenteel appel.