ECLI:NL:GHSGR:2008:BF3720
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- J.W. Savelbergh
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake aftrek buitengewone uitgaven in de inkomstenbelasting
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van X, wonende te Z, tegen de uitspraak van de rechtbank ‘s-Gravenhage van 22 maart 2007, betreffende de aan hem opgelegde aanslag in de inkomstenbelasting en de premie volksverzekeringen voor het jaar 2004. De mondelinge behandeling vond plaats op 20 augustus 2008, waarbij de Inspecteur vertegenwoordigd was door A. Belanghebbende is niet verschenen, maar heeft het Hof per brief op 12 juni 2008 geïnformeerd dat hij niet zou verschijnen en geen uitstel heeft verzocht. Het Hof ontving voorafgaand aan de zitting een faxbericht van de Inspecteur, dat op 19 augustus 2008 aan belanghebbende is verzonden.
Het Gerechtshof bevestigt de uitspraak van de rechtbank. De zaak draait om de vraag of belanghebbende recht heeft op een hogere aftrek van buitengewone uitgaven en op een vergoeding van € 1.500 aan administratie- en procedurekosten. Belanghebbende heeft in hoger beroep gesteld dat hij aftrek wenst voor uitgaven voor kleding, beddengoed, voedingssupplementen, ziektekostenverzekering, overlijdensrisicoverzekering, arbeidsongeschiktheid en reis- en bezoekkosten aan zijn moeder. Het Hof oordeelt dat de door belanghebbende opgevoerde uitgaven niet voldoende zijn gespecificeerd en dat de Inspecteur de buitengewone uitgaven als zodanig heeft geaccepteerd.
Het Hof concludeert dat de door belanghebbende aangevoerde kosten niet onder de aftrekbare buitengewone uitgaven vallen. De kosten voor de uitvaartverzekering zijn niet aan belanghebbende toe te rekenen, en de kosten voor dieetvoeding en reis- en bezoekkosten zijn niet gekwantificeerd. De door belanghebbende overgelegde bonnetjes voor studieboeken zijn niet relevant voor de onderhavige procedure. Het Hof oordeelt dat het hoger beroep ongegrond is en bevestigt de uitspraak van de rechtbank. Er zijn geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.