ECLI:NL:GHSGR:2008:BF8818
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- Husson
- van Nievelt
- van Wijk
- Rechtspraak.nl
Echtscheiding en ontvankelijkheid in hoger beroep met betrekking tot maritaal beslag
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de vrouw tegen een beschikking van de rechtbank 's-Gravenhage, waarin de echtscheiding tussen partijen is uitgesproken. De man heeft verweer gevoerd tegen de ontvankelijkheid van de vrouw in haar hoger beroep, stellende dat het beroepschrift niet tijdig is ingediend en dat de vrouw verzuimd heeft om de processtukken van de eerste aanleg aan het hof toe te sturen. Het hof heeft vastgesteld dat het beroepschrift op juiste wijze is ingediend door de procureur van de vrouw, mr. W.P. Den Hertog, en dat de processtukken conform het procesreglement zijn ingediend. Het hof oordeelt dat de vrouw ontvankelijk is in haar hoger beroep tegen de bestreden beschikking, waarin de rechtbank de echtscheiding heeft uitgesproken.
De vrouw verzoekt het hof om de bestreden beschikking te vernietigen en om diverse maatregelen te treffen met betrekking tot de maritale beslagen en de inzage in bankrekeningen. De man heeft verweer gevoerd en verzoekt om veroordeling van de vrouw in de proceskosten. Het hof overweegt dat de rechtbank op juiste gronden de echtscheiding heeft uitgesproken en dat er geen gegronde vrees is dat de huwelijksgoederengemeenschap zonder het maritaal beslag benadeeld zal worden. Het hof wijst het verzoek van de man om de vrouw in de kosten van het geding te veroordelen af.
Uiteindelijk besluit het hof om de bestreden beschikking te bekrachtigen, waarmee de echtscheiding tussen partijen definitief is vastgesteld. Deze uitspraak is gedaan door de rechters Husson, van Nievelt en van Wijk, en is openbaar uitgesproken op 1 oktober 2008.