ECLI:NL:GHSGR:2008:BG0019
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- F. Fockema Andreae-Hartsuiker
- M. Mos-Verstraten
- K. Kamminga
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep van de moeder tegen beschikking rechtbank 's-Gravenhage inzake niet-ontvankelijkheid
In deze zaak heeft de moeder hoger beroep ingesteld tegen een beschikking van de rechtbank 's-Gravenhage van 29 april 2008. Het beroepschrift is op 2 september 2008 ingediend, maar de termijn voor het instellen van hoger beroep was op dat moment reeds verstreken. Volgens artikel 806, eerste lid, onder a, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering is de termijn voor het instellen van hoger beroep drie maanden na de uitspraak. De termijn eindigde op 29 juli 2008, waardoor het hoger beroep te laat is ingediend.
De advocaat van de moeder voerde aan dat hij mocht afgaan op een mededeling van een medewerkster van de griffie, die hem had geïnformeerd dat het beroep tegen de beschikking van 30 oktober 2007 ook betrekking had op de beschikking van 29 april 2008. Het hof oordeelde echter dat deze mededeling niet aan de vereisten voor een beroepschrift voldeed en dat er geen rechten ontleend kunnen worden aan een onjuiste mededeling van een griffiemedewerker.
Tijdens de mondelinge behandeling op 17 september 2008 waren de moeder en haar advocaat aanwezig, evenals vertegenwoordigers van de Stichting Bureau Jeugdzorg Haaglanden. De biologische vaders van de minderjarigen waren niet verschenen, ondanks behoorlijke oproeping. Na de behandeling heeft het hof beslist dat de moeder niet-ontvankelijk is in haar hoger beroep, wat betekent dat haar verzoek niet in behandeling wordt genomen.
De uitspraak is gedaan door de rechters Fockema Andreae-Hartsuiker, Mos-Verstraten en Kamminga, met mr. Van der Kamp als griffier, en vond plaats op 8 oktober 2008.