ECLI:NL:GHSGR:2008:BG5458

Gerechtshof 's-Gravenhage

Datum uitspraak
6 november 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
22-003777-08
Instantie
Gerechtshof 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Publicatie van instructies voor het kraken van gecodeerde televisiediensten in Computer Idee

In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 6 november 2008 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerder vonnis van de politierechter in de rechtbank Haarlem. De verdachte, een besloten vennootschap, was in eerste aanleg veroordeeld tot een geldboete van EUR 2.500,- voor het publiceren van een artikel in het tijdschrift Computer Idee. Dit artikel beschreef hoe men programma's van het gecodeerde televisiestation Canal+ kon kraken, waardoor gebruikers zonder abonnement konden genieten van de diensten van Canal+. De Hoge Raad had de zaak eerder terugverwezen naar het gerechtshof na vernietiging van eerdere uitspraken. Het hof oordeelde dat de verdachte opzettelijk gegevens had verspreid die bestemd waren voor het plegen van een misdrijf, zoals bedoeld in artikel 326c van het Wetboek van Strafrecht. Het hof concludeerde dat de verdachte zich bewust was van de gevolgen van het artikel en dat het doel was om lezers te attenderen op de mogelijkheid om zonder betaling gebruik te maken van de diensten van Canal+. De verdediging voerde aan dat er geen sprake was van een technische manipulatie, maar het hof verwierp dit verweer. De verdachte werd uiteindelijk veroordeeld tot een geldboete van EUR 2.500,-, met een voorwaardelijke uitvoering van de straf. Daarnaast werd de vordering tot schadevergoeding van Canal+ niet-ontvankelijk verklaard, omdat deze niet eenvoudig genoeg was voor behandeling in het strafproces.

Uitspraak

Rolnummer: 22-003777-08
Parketnummer: 15-060529-01
Datum uitspraak: 6 november 2008
TEGENSPRAAK
Gerechtshof te 's-Gravenhage
meervoudige kamer voor strafzaken
Arrest
na verwijzing door de Hoge Raad der Nederlanden,
gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Haarlem van 16 januari 2003 in de strafzaak tegen de verdachte:
De besloten vennootschap [verdachte],
gevestigd te [vestigingsplaats].
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen in eerste aanleg en -na verwijzing van de zaak door de Hoge Raad der Nederlanden- het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van dit hof van 23 oktober 2008.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is tenlastegelegd hetgeen vermeld staat in de inleidende dagvaarding, zoals ter terechtzitting in eerste aanleg op vordering van de officier van justitie gewijzigd.
Van de dagvaarding en van de vordering wijziging tenlastelegging zijn kopieën in dit arrest gevoegd.
Procesgang
In eerste aanleg is de verdachte ter zake van het tenlastegelegde veroordeeld tot een geldboete van
EUR 2.500,-, met beslissing omtrent de vordering van de benadeelde partij als nader in het vonnis omschreven.
Namens de verdachte is tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
In hoger beroep is de verdachte door het gerechtshof te Amsterdam bij arrest van 8 juli 2004 - na vernietiging van het vonnis waarvan beroep - vrijgesproken van het haar tenlastegelegde.
De advocaat-generaal heeft tegen genoemd arrest van het gerechtshof te Amsterdam beroep in cassatie ingesteld.
De Hoge Raad der Nederlanden heeft bij arrest van 29 maart 2005 het arrest van het gerechtshof te Amsterdam vernietigd en de zaak terugverwezen naar het gerechtshof te Amsterdam teneinde de zaak opnieuw te berechten en af te doen.
Het gerechtshof te Amsterdam heeft in hoger beroep, na verwijzing van de zaak door de Hoge Raad der Nederlanden, bij arrest van 2 december 2005 de verdachte vrijgesproken van het haar tenlastegelegde.
De advocaat-generaal heeft tegen dit arrest van het gerechtshof te Amsterdam beroep in cassatie ingesteld.
Bij arrest van 8 juli 2008 is het arrest van het gerechtshof te Amsterdam van 2 december 2005 vernietigd en is de zaak verwezen naar dit gerechtshof, opdat de zaak op het bestaande hoger beroep opnieuw wordt berecht en afgedaan.
Het vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven omdat het hof zich daarmee niet verenigt.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
(zie de hierna ingevoegde bijlage die van dit arrest deel uitmaakt)
Hetgeen meer of anders is tenlastegelegd, is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Voorzover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewijsvoering
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring.
In die gevallen waarin de wet aanvulling van het arrest vereist met de bewijsmiddelen dan wel, voor zover artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering wordt toegepast, met een opgave daarvan, zal zulks plaatsvinden in een aanvulling die als bijlage aan dit arrest zal worden gehecht.
Gevoerde verweren
De verdediging heeft betoogd dat door het handelen van verdachte anderen niet een misdrijf, strafbaar gesteld in artikel 326c lid 1 van het Wetboek van Strafrecht, kunnen plegen nu het bestanddeel "technische ingreep" zoals voorkomend in artikel 326c, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht, kan worden vervuld. Kort samengevat en zakelijk weergegeven, omdat geen sprake is van een technische manipulatie, die kan leiden tot het verrichten van bepaalde diensten met behulp van de telecommunicatie infrastructuur.
Kernpunt van dit verweer is de omstandigheid dat Canal+ er voor heeft gekozen het (gecodeerde) signaal niet slechts te versturen naar diegenen die met haar een contractuele relatie zijn aangegaan, maar deze signalen tevens ongericht en ongevraagd via de kabel naar alle aangesloten kabelabonnees te zenden.
De ontvanger van het signaal manipuleert niets. Het technisch functioneren van de telecommunicatievoorziening wordt ongemoeid gelaten. De ontvanger van het gecodeerde signaal wordt er door verdachte slechts op gewezen, dat hij dit ongevraagd toegezonden signaal beter zichtbaar kan maken.
Dit verweer wordt verworpen.
Canal+ drijft een onderneming die zich bezig houdt met het exploiteren van abonneetelevisie. Het signaal van de zenders die Canal+ exploiteert is gecodeerd, opdat gewaarborgd kan worden dat alleen de daartoe gerechtigde personen (de betalende abonnees) het signaal door middel van een aan hen verstrekte decoder kunnen omzetten in beeld en geluid. Canal+ biedt aldus tegen betaling via telecommunicatie een dienst aan het publiek in de zin van artikel 326c, lid 1 Sr.
In zijn arrest van 15 april 2003 (NJ 2003,333) heeft de Hoge Raad geoordeeld, dat - mede uit de wetgeschiedenis kan worden afgeleid, dat de strekking van artikel 326c met name lid 2 Sr er op is gericht dat zoveel mogelijk wordt tegengegaan dat wederrechtelijk, zonder betaling, van uiteenlopende vormen van telecommunicatiediensten gebruik wordt gemaakt en dat in verband daarmee gedragingen die geachte moeten worden ertoe te kunnen leiden dat anderen tot zodanig gebruik in de gelegenheid worden gesteld onder de in die bepaling gestelde voorwaarden strafbaar zijn.
In verbinding met artikel 326c, lid 1 Sr kan niet anders worden geconcludeerd, dat een ingreep zoals beschreven door verdachte in het blad Computer Idee (het stappenplan) geheel en uitsluitend tot doel heeft om een bepaald gebruik van een telecommunicatievoorziening - door middel van het omvormen van een gecodeerd signaal - te maken, zonder de daarvoor door de aanbieder bepaalde prijs te betalen. Aldus is de legale decodering niet meer nodig en wordt een gecodeerde telecommunicatiedienst door een technische ingreep gemanipuleerd.
Voorts is op gronden als vermeld in de pleitnota betoogd dat het vereiste opzet, ook in voorwaardelijke zin ontbreekt.
Het hof verwerpt dit verweer.
Uit de naamgeving van het artikel 'GEKRAAKT! Canal+ kijken op uw PC', de kop "Met een goedkope kaart kunt u gratis Canal+ en andere gecodeerde televisiestations bekijken! Computer Idee onderzocht de mogelijkheden" en de inhoud van het artikel, waaronder het stappenplan, leidt het hof af dat het doel en de strekking van het artikel was het attenderen van de lezer op de mogelijkheid om zonder betaling met name de door Canal+ aangeboden televisieprogramma's te bekijken en de lezer via een stappenplan aan te geven op welke wijze dit mogelijk is. Voorts is uit het onderzoek ter terechtzitting komen vast te staan dat de redactie van het blad Computer Idee de naam aan het artikel heeft gegeven en de koppen aan dit artikel heeft toegevoegd. Aldus heeft verdachte zich willens en wetens blootgesteld aan de aanmerkelijke kans dat door het openlijk ter verspreiding aanbieden van bedoeld artikel daarmee lezers in staat worden gesteld zonder betaling gebruik te maken van een dienst die via telecommunicatie door Canal+ aan het publiek wordt aangeboden, een en ander zoals bedoeld in artikel 326c lid 1 van het Wetboek van Strafrecht en zoals gebezigd in de onderhavige bewezenverklaring.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezenverklaarde levert op:
Medeplegen van opzettelijk gegevens die kennelijk zijn bestemd tot het plegen van het misdrijf bedoeld in artikel 326c, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht, openlijk ter verspreiding aanbieden, begaan door een rechtspersoon.
Strafbaarheid van de verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.
Strafmotivering
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd en dat de verdachte ter zake van het tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een geldboete ter hoogte van EUR 2.500,-.
Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder dit is begaan en op grond van de omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan is gebleken uit het onderzoek ter terechtzitting.
Daarbij heeft het hof in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
De verdachte heeft in het tijdschrift Computer Idee een artikel gepubliceerd, waarin stapsgewijs wordt beschreven hoe onder meer programma's van het gecodeerde televisiestation Canal+ zijn te kraken, zodat dit station op de computer kan worden ontvangen en bekeken zonder abonnementsgeld te betalen. Hiermee heeft de verdachte lezers van dit artikel in staat gesteld om op onrechtmatige wijze van de diensten van Canal+ gebruik te maken. Door deze handelswijze kan aan leveranciers van de bedoelde telecommunicatiediensten schade worden toegebracht.
Het hof is - alles overwegende - mede gelet op het tijdsverloop en mede gelet op de generale en speciale preventie van oordeel dat een geheel voorwaardelijke geldboete van navermelde hoogte een passende en geboden reactie vormt.
Bij de vaststelling van de geldboete is rekening gehouden met de financiële omstandigheden van verdachte.
Vordering tot schadevergoeding Canal+
In het onderhavige strafproces heeft Canal+ zich als benadeelde partij gevoegd en een vordering ingediend tot vergoeding van geleden materiële en immateriële schade als gevolg van het aan de verdachte tenlastegelegde tot een bedrag van EUR 100.000,-.
In hoger beroep is deze vordering aan de orde tot dit in eerste aanleg gevorderde en in hoger beroep gehandhaafde bedrag EUR 100.000,-.
De advocaat-generaal heeft geconcludeerd tot niet-ontvankelijkverklaring van de benadeelde partij in haar vordering.
De vordering van de benadeelde partij is namens de verdachte betwist.
Naar het oordeel van het hof is de vordering van de benadeelde partij niet van zo eenvoudige aard dat zij zich leent voor behandeling in het onderhavige strafproces. Het hof zal dan ook bepalen dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk is in haar vordering tot schadevergoeding en deze bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Nu door of namens de verdachte niet is gesteld dat deze met het oog op haar verdediging tegen de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij kosten heeft gemaakt, kan een kostenveroordeling achterwege blijven.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 14a(oud), 14b(oud), 14c, 23(oud), 24(oud), 51 en 326c van het Wetboek van Strafrecht.
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht.
Verklaart bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde, zoals hierboven omschreven, heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen terzake meer of anders is tenlastegelegd en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Bepaalt dat het bewezenverklaarde het hierboven vermelde strafbare feit oplevert.
Verklaart de verdachte strafbaar ter zake van het bewezenverklaarde.
Veroordeelt de verdachte tot het betalen van een geldboete van EUR 2.500,- (tweeduizend vijfhonderd euro).
Beveelt dat de geldboete niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond dat de verdachte zich vóór het einde van een proeftijd van 2 (twee) jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Verklaart de benadeelde partij Canal+ niet-ontvankelijk in haar vordering.
Dit arrest is gewezen door mr. N. Schaar, mr. N. Zandbergen en dr. G.J. Fleers, in bijzijn van de griffier mr. M.C. Bongaerts.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 6 november 2008.
Dr. G.J. Fleers is buiten staat dit arrest te ondertekenen.