ECLI:NL:GHSGR:2008:BG6124
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- Kamminga
- Dusamos
- Milar
- Rechtspraak.nl
Herstel van gezag van moeder afgewezen in hoger beroep
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 26 november 2008 uitspraak gedaan in hoger beroep betreffende het gezag over de minderjarige [naam], geboren op [geboortedatum] 2001. De moeder, verzoekster in hoger beroep, had eerder in eerste aanleg een verzoek ingediend om haar te herstellen in het ouderlijk gezag over de minderjarige, die momenteel bij pleegouders verblijft. Dit verzoek was in eerste aanleg afgewezen door de kantonrechter in de rechtbank Rotterdam. De moeder stelde dat zij voldoende capaciteiten had om voor de minderjarige te zorgen en dat de minderjarige zich bij haar geborgen voelde. Jeugdzorg, die het gezag over de minderjarige heeft, heeft de stellingen van de moeder betwist en verzocht om de bestreden beschikking te bekrachtigen.
Tijdens de mondelinge behandeling op 24 oktober 2008 zijn de moeder en haar advocaat verschenen, evenals vertegenwoordigers van Jeugdzorg en de pleegvader. De pleegmoeder en de raad voor de kinderbescherming waren niet verschenen. Het hof heeft overwogen dat, hoewel de moeder in hoger beroep stelde dat het recht van hoor- en wederhoor was geschonden, dit gebrek in hoger beroep was hersteld doordat zij voldoende gelegenheid had gekregen om haar stellingen naar voren te brengen.
Het hof heeft verder overwogen dat het verzoek om gezagswijziging alleen kan worden afgewezen indien er gegronde vrees bestaat dat de belangen van het kind ernstig worden verwaarloosd. Gezien de zorgen omtrent de sociaal-emotionele ontwikkeling van de minderjarige en zijn hechting aan de pleegouders, heeft het hof geconcludeerd dat er gegronde vrees bestaat dat de minderjarige de overgang naar het gezin van de moeder niet goed zal kunnen verwerken. Daarom heeft het hof de bestreden beschikking bekrachtigd en de moeder niet hersteld in het ouderlijk gezag.