ECLI:NL:GHSGR:2008:BG6505

Gerechtshof 's-Gravenhage

Datum uitspraak
26 november 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
105.021.247/01
Instantie
Gerechtshof 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • A. Dusamos
  • M. Kamminga
  • J. Milar
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenbeschikking omgang; hoger beroep niet-ontvankelijk

In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de moeder tegen een tussenbeschikking van de rechtbank ’s-Gravenhage, waarin de omgangsregeling tussen de vader en de minderjarigen is aangehouden. De moeder, bijgestaan door haar advocaat mr. C.J.P. Liefting, heeft op 23 november 2007 hoger beroep ingesteld tegen de beschikking van 24 augustus 2007. De vader, vertegenwoordigd door mr. N. Sprengers, heeft op 14 februari 2008 een verweerschrift ingediend. De Raad voor de Kinderbescherming is betrokken bij het onderzoek naar de gezags- en omgangsvoorzieningen en heeft op 4 september 2008 een adviesbrief aan het hof gestuurd.

De kinderen, geboren in 1999, 2001, 2003 en 2004, verblijven bij de moeder. Het hof heeft op 24 oktober 2008 de zaak mondeling behandeld, waarbij beide partijen en hun advocaten aanwezig waren. De moeder verzoekt het hof de bestreden beschikking te vernietigen en de omgang van de vader met de kinderen af te wijzen, terwijl de vader verzoekt om de moeder niet-ontvankelijk te verklaren in haar hoger beroep.

Het hof oordeelt dat de moeder niet-ontvankelijk is in haar hoger beroep, omdat de interactie-observaties die door de rechtbank zijn bepaald, deel uitmaken van de opdracht aan de Raad om rapport en advies uit te brengen over gezag en omgang. De uiteindelijke beslissing van de rechtbank zal afhangen van dit rapport. Het hof concludeert dat de tussenbeschikking niet vatbaar is voor hoger beroep op grond van artikel 358 lid 4 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. De beschikking is gegeven door mrs. Dusamos, Kamminga en Milar, en uitgesproken ter openbare terechtzitting op 26 november 2008.

Uitspraak

GERECHTSHOF ’s-GRAVENHAGE
Familiesector
Uitspraak : 26 november 2008
Zaaknummer : 105.012.247/01
Rekestnummer : 1683-H-07
Rekestnr. rechtbank : FA RK 05-1025
[de vrouw],
wonende te [woonplaats],
verzoekster in hoger beroep,
hierna te noemen: de moeder,
advocaat mr. C.J.P. Liefting,
tegen
[de man],
wonende te [woonplaats],
verweerder in hoger beroep,
hierna te noemen: de vader,
voorheen advocaat mr. M.C. van der Giesen, thans mr. N. Sprengers.
PROCESVERLOOP IN HOGER BEROEP
De moeder is op 23 november 2007 in hoger beroep gekomen van een tussenbeschikking van 24 augustus 2007 van de rechtbank ’s-Gravenhage.
De vader heeft op 14 februari 2008 een verweerschrift ingediend.
Van de zijde van de moeder zijn bij het hof op 22 januari 2008, 17 maart 2008 en 30 juli 2008 aanvullende stukken ingekomen.
Van de zijde van de vader zijn bij het hof op 12 augustus 2008 aanvullende stukken ingekomen.
Bij brief van 4 september 2008 heeft de raad een adviesbrief van 1 augustus 2008 aan het hof toegezonden.
Op 24 oktober 2008 is de zaak mondeling behandeld. Verschenen zijn: de moeder, bijgestaan door haar advocaat, en de vader, bijgestaan door zijn advocaat. Namens de raad is verschenen mevrouw Brandsma. Partijen hebben het woord gevoerd, de beide advocaten onder meer aan de hand van de bij de stukken gevoegde pleitnotities.
HET PROCESVERLOOP IN EERSTE AANLEG EN VASTSTAANDE FEITEN
Voor het procesverloop en de beslissing in eerste aanleg verwijst het hof naar de bestreden tussenbeschikking en de daaraan voorafgaande tussenbeschikkingen van 9 december 2005 en 13 oktober 2006.
Bij tussenbeschikking van 9 december 2005 is tussen partijen onder meer de echtscheiding uitgesproken. Voorts is de raad verzocht om het reeds in het kader van de voorlopige voorzieningen gelaste onderzoek naar de mogelijkheden van een informatie- en omgangsregeling uit te breiden in die zin, dat tevens wordt onderzocht welke gezagsvoorziening het meest in het belang van de kinderen is, te weten gezamenlijk gezag of het eenhoofdig gezag van de moeder. Iedere verdere beslissing ten aanzien van de informatie- en omgangsregeling en het ouderlijk gezag is aangehouden.
Bij opvolgende tussenbeschikking van 13 oktober 2006 is een informatieregeling bepaald. Voorts is de raad verzocht uitgebreider onderzoek te verrichten, en wel diagnostisch onderzoek van de vader en de moeder met aansluitend interactie-observatie tussen de vader en de kinderen, en de rechtbank te rapporteren en te adviseren. Iedere verdere beslissing ten aanzien van de gezagsvoorziening en de omgangsregeling is aangehouden.
Bij de bestreden beschikking van 24 augustus 2008 is de beslissing ten aanzien van de gezagsvoorziening en de omgangsregeling opnieuw aangehouden. De raad is verzocht onderzoek te verrichten naar gezag en omgang, waarbij – in elk geval – het volgende in acht dient te worden genomen:
- zowel de vader als de moeder worden diagnostisch onderzocht door een door de FPD in samenspraak met de raad uitgekozen bureau. Indien één der partijen hieraan niet zou willen meewerken, mag dit een onderzoek van de ander niet in de weg staan;
- tussen de vader en de minderjarigen zullen interactie-observaties plaats vinden, op door de raad te bepalen wijze en met door de raad te bepalen frequenties;
- op basis van de uitkomsten van de diagnostische onderzoeken en verslagen van de interactie-observaties, adviseert de raad de rechtbank met betrekking tot de verzoeken;
- wanneer het thans uitgezette traject niet van de grond komt, vast loopt of dreigt vast te lopen, dient de rechtbank hiervan direct op de hoogte te worden gesteld.
BEOORDELING VAN HET HOGER BEROEP
1. In geschil is de omgang tussen de vader en de minderjarigen:
- [X], geboren [in 1999],
- [Y], geboren [in 2001],
- [Z], geboren in 2003,
- [Q], geboren [in 2004],
hierna gezamenlijk te noemen: de kinderen. De kinderen verblijven bij de moeder.
2. De moeder verzoekt het hof de bestreden beschikking te vernietigen en, opnieuw beschikkende en uitvoerbaar bij voorraad, te bepalen dat het verzoek van de vader om omgang, in het belang van de kinderen, hun rust en hun stabiliteit, alsmede het bestaansbehoud van de vrouw – en dus van de kinderen – wordt afgewezen, althans zodanig te beslissen als het hof juist acht.
3. De vader bestrijdt haar beroep en verzoekt het hof, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, primair de moeder niet-ontvankelijk te verklaren in haar hoger beroep, dan wel subsidiair de door de moeder aangevoerde grief tegen de bestreden beschikking als zijnde ongegrond af te wijzen en de bestreden beschikking te bekrachtigen, desnoods met verbetering van gronden.
DE ONTVANKELIJKHEID VAN HET HOGER BEROEP
4. In haar appelschrift stelt de moeder dat de rechtbank - om redenen als door haar omschreven in het appelschrift - niet tot omgang, contact of interactie had moeten of mogen beslissen, maar het verzoek van de vader tot omgang had moeten afwijzen. Het appel van de moeder richt zich derhalve, zo begrijpt het hof, tegen de door de rechtbank bepaalde interactie-observaties. De vader stelt dat de moeder in haar hoger beroep niet-ontvankelijk is, nu dit hoger beroep is gericht tegen een tussenbeschikking.
5. Het hof is van oordeel dat de moeder in haar hoger beroep niet-ontvankelijk is. De door de rechtbank bepaalde interactie-observaties maken immers deel uit van de door de rechtbank aan de raad gegeven opdracht om rapport en advies uit te brengen met betrekking tot het gezag en de omgang. De uiteindelijke, definitieve, beslissing van de rechtbank over de gezags- en omgangskwestie zal afhangen van dit door de raad uit te brengen rapport en advies. Gelet op het vorenstaande is het hof van oordeel dat sprake is van een - op grond van artikel 358 lid 4 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering - niet voor hoger beroep vatbare tussenbeschikking.
6. Derhalve wordt als volgt beslist.
BESLISSING OP HET HOGER BEROEP
Het hof:
verklaart de moeder niet-ontvankelijk in haar hoger beroep.
Deze beschikking is gegeven door mrs. Dusamos, Kamminga en Milar, bijgestaan door mr. Buiting als griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 26 november 2008